| Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | pagina 6
TIJDENS DE TACHTIGJARIGE OORLOG66
TIJDENS DE TACHTIGJARIGE OORLOG66
het begin van de Tachtigjarige Oorlog zien we met name katholieke ambachtsheren zwarigheid maken tegen de inlevering van klokken, toen de Staten van Zeeland eisten dat alle klokken behalve één luidklok ... het eind van dit verhaal volgt een overzicht dat het klokkenbestand van voor 1943 weergeeft en een overzicht van wat er aan klokken voor het inventarisatiegebied is gegoten na 1945. De oorlog heeft
Voor wat betreft algemene literatuur over Zeeland tijdens de Tachtigjarige Oorlog is men, bij het eenvoudig ontbreken van zo'n ... Enkele jaren geleden verscheen van de schrijver een artikel over de landwacht van Zuid- Beveland tijdens de Tachtigjarige
De tachtigjarige oorlog ... Vierhonderd jaar geleden waren de Nederlanden in een bloedige opstand verwik keld tegen Philips II, koning van Spanje. De tachtigjarige oorlog (1568-1648) was uitgebroken. Die opstand ging in feite
tachtigjarige oorlog kwam daar verandering in. Nadat reeds in 1599 voor het onder Staats gezag gebrachte deel van Vlaanderen een (Staatse) Raad van Vlaanderen in Middelburg was gevestigd, kwam het gebied na de ... Vrede van Munster in 1648 bij de Republiek onder rechtstreeks bestuur van de Staten-Generaal: het werd Generaliteitsland. Voor Zeeuwsch-Vlaanderen was de tachtigjarige oorlog een ramp van ongekende omvang
. Zo is het ook gesteld met de figuur die in dit korte artikel de aandacht krijgt. Het gaat om een Goesenaar die leeft tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hoewel oorspronkelijk timmerman van beroep (1
Het kapen van schepen was tijdens de Tachtigjarige Oorlog geen ongewoon verschijnsel. Het behoort tot het normale patroon van oorlogvoering op zee. Beide partijen geven aan particulieren kaperbrieven
DIENSTPLICHT AAN DE DIJKEN, DE LANDWACHT VAN ZUID- BEVELAND TIJDENS DE TACHTIGJARIGE OORLOG (d ... verdedigingssysteem van Zuid-Beveland tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Ze werden bemand door geregelde troepen, maar vooral door de zogenaamde landwacht van het eiland. Het was onvermijdelijk de redouten te bestuderen
zaken tijdens de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog is dat men de oprichting van de landwacht legitimeerde door te wijzen op de bovengenoemde brief van Requesens uit 1576. Ook in dit geval bestreed
soort verzoeken kwamen trouwens regelmatig bij de Staten binnen. Ook in die laatste periode van de Tachtigjarige Oorlog was het waarschijnlijk niet pluis. In 1640 werden er namelijk vier redouten