Smulders Joosse (1969) vermeldden voor de Patrijs een talrijke broedvogel
(81-400 paar). Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er geen aanwijzingen voor een
afname. De herverkaveling die volgde op de ... en 1984 in deelgebieden de broedvogelstand op 100-250 paar geschat. Vanaf de
tweede helft van de jaren tachtig werd (plaatselijk?) een toename vastgesteld
- (evenals in geheel Zeeland waar een licht
', maar deze zijn na de Tweede
Wereldoorlog helaas door de iepziekte gesneuveld. In de jaren '80 zijn de meeste
populieren en wilgen in de boomweiden geveld, omdat deze kaprijp waren. In
2005 krijgt de ... hoge bomen van de padwei. Het
aantal broedende reigers neemt dan af vanaf de Tweede Wereldoorlog, om
vervolgens na de aanleg van de A58 in de tweede helft van de jaren '60 geheel
te verdwijnen. Tot in de
', maar deze zijn na de Tweede
Wereldoorlog helaas door de iepziekte gesneuveld. In de jaren '80 zijn de meeste
populieren en wilgen in de boomweiden geveld, omdat deze kaprijp waren. In
2005 krijgt de ... hoge bomen van de padwei. Het
aantal broedende reigers neemt dan af vanaf de Tweede Wereldoorlog, om
vervolgens na de aanleg van de A58 in de tweede helft van de jaren '60 geheel
te verdwijnen. Tot in de
Voor de Tweede Wereldoorlog was de soort een vrij algemene broedvogel. Dat
veranderde in de jaren erna: eind jaren zestig werd de populatie op slechts 6-20
territoria geschat. Sindsdien nam de soort
In 1936 werd voor het eerst broeden vastgesteld in Middelburg; tijdens en na de
Tweede Wereldoorlog broedde de soort hier waarschijnlijk regelmatig. In de jaren
zestig werd de soort een schaarse
In de jaren tachtig en negentig werd de Zeeuwse broedvogelpopulatie op ca
6000-9000 paar geschat, waarbij aangetekend werd, dat de soort na de Tweede
wereldoorlog sterk afgenomen was.
In de jaren tachtig en negentig werd de Zeeuwse broedvogelpopulatie op ca
6000-9000 paar geschat, waarbij aangetekend werd, dat de soort na de Tweede
wereldoorlog sterk afgenomen was.
Voor de Tweede Wereldoorlog en de daar
mee gepaard gaande inundatie, was de
Bosrietzanger op Walcheren een gewone,
talrijke broedvogel. Daarna ging het rap
bergafwaarts: Eind jaren zestig werd de