Tijdschriftenbank Zeeland

HomeSearch

46 resultaten gevonden

| Luctor et Emergo | pagina 4

De bevolking gaf eenzelfde gevarieerd beeld te zien. Welk een verschil tusschen de vlotte visscherslui uit Arnemuiden en de stoere Westkappelaars, hoeveel onderscheid tusschen de arbeiders in de

| Archief | pagina 88

Arnemuiden, gunstig gelegen voor den handel aan de mon ding van de Arne en in het bezit van een goede reede, ver heugde zich in de 16de eeuw in een aanmerkelijken voor spoed 3). Er werden schepen ... Arnemuiden was, wordt ons gegeven door het Italiaansche reisverhaal van An tonio de Beatis (gedateerd Juli 1517), secretaris van kardinaal Luigi d'Arragon (f 1519) 4„Van Middelburg reed 's mor gens vroeg Zijne

| Archief | pagina 17

Walcheren en ten oosten en zuiden door de eilanden Wolfaartsdijk, Zuid-Beveland en Borsele. Ten oosten van den Stinckaert waren ook reeds hooge slikken ontstaan, die zich tot voor Arnemuiden uit strekten en ... gescheiden ten westen van de Middelburgsche haven door het zgn. Kanaal van Welsinge en van de Middelburgsche haven tot bij Arnemuiden door het later meestal genoemde Arnemuid- sche gat, terwijl van voor

| Archief | pagina 89

hun klachten tot den Prins, die hun oude wenschen vervulde en bij privilege van 9 Maart 1574 Arnemuiden tot den rang van stad verhief. Het kreeg een eigen bestuur en werd ont slagen van het toezicht ... bloei van Arnemuiden echter niet. De reede begon steeds meer te verlanden, waardoor de scheepvaart be lemmerd werd. Door het verdwijnen van den handel verlieten reeds in het begin van de zeventiende eeuw

| Archief | pagina 94

schoolmeester in Arnemuiden, en wel een halve eeuw later. In 1676 verzocht Johannes de Bisschop, „gewesen priester van de order der Jesuiten en nu de gereformeerde religie hebbende aengenomen, om binnen deser ... Na De Bisschop is er te Arnemuiden nooit meer van stads wege onderwijs in het Latijn gegeven.

| Archief | pagina 93

Samuel Huybrechtsen heeft het ambt van Latijnsch school meester te Arnemuiden maar negen maanden uitgeoefend slechts over genoemd tijdvak wordt zijn jaarwedde in de stads rekening vermeld. Spoedig ... moet hij te Arnemuiden en daarna te Veere geleerd hebben. De jonge Beeckman ging met den rector Biese in 1602 mee naar Veere. In dit jaar deelde Biese aan het stadsbestuur mede5) „dat hem van weghen die

| Archief | pagina 92

Arnemuiden had men blijkbaar niets tegen het spelen van een Latijnsch stuk. Het stadsbestuur althans verleende aan Mr. Hubrecht een gratificatie van 3 voor zijn moeite. Toen hij te Arnemuiden zijn vijf jaar ... Een opvolger vond hij in Samuel Huybrechtsz.. zoon van den eersten predikant te Arnemuiden Hubrecht Fransz. 4). Van de stad had hij sinds November 1593 een studietoelage genoten van 50 per jaarr

| Archief | pagina 95

Voor Arnemuiden luiden de cijfers als volgt ... Wat Arnemuiden betreft, uit de cijfers is duidelijk af te lezen dat na de korte „steedsche" periode, de plaats in de tweede helft van de 17de eeuw weer een dorpsch karakter kreeg.

| De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | pagina 3

Het nederige visschersdorpje Arnemui- den kan hiervan meespreken en terug blikken op een glorierijk verleden. Niets bewijst meer dat het eens een wijd ver maarde havenstad was. Oud Arnemuiden, meer ... ontplooiing, het inwonerstal steeg voortdurend en vele kooplui, reeders, neringdoenden en andere belanghebbenden vestigden zich hier. Beide takken van bestaan brach ten grooten bloei, Arnemuiden nam een

| Archief | pagina 78

Polderdijk schrijft omtrent den toestand circa 1600 „De ver maarde reede van Arnemuiden was zoozeer verland, dat de Lemmer tusschen St. Joosland en den Stinkaert voor geen groote schepen meer bevaarbaar was ... . Het voornaamste vaar water liep toen langs den Walcherschen wal van Arnemuiden naar Rammekens, maar Middelburg moest voortdurend groote sommen besteden om dat vaarwater van de lange haven af tot

| Archief | pagina 30

polder tegenover Arnemuiden is nog de voormalige veerweg. ... Dit overzetveer heeft bestaan tot het jaar 1872. toen het Arnemuidsche gat ten behoeve van den aanleg van den ver bindingsweg tusschen de hoofdkom van Arnemuiden en den Rijksweg in den

| Archief | pagina 82

Polderdijk schrijft omtrent den toestand circa 1600 „De ver maarde reede van Arnemuiden was zoozeer verland, dat de Lemmer tusschen St. Joosland en den Stinkaert voor geen groote schepen meer bevaarbaar was ... . Het voornaamste vaar water liep toen langs den Walcherschen wal van Arnemuiden naar Rammekens, maar Middelburg moest voortdurend groote sommen besteden om dat vaarwater van de lange haven af tot

| Archief | pagina 29

Reeds in hetzelfde jaar der bedijking van den Middelburg schen polder werd ook door de regeering van Arnemuiden vanaf het Goesche hoofd een overzetveer op dien polder op gericht. Dit veer werd reeds

| Archief | pagina 18

den Wolsack liep en bij Arnemuiden in het Slaak uitmondde. Dit vaarwater werd ook wel het Croonensgat genoemd. De laatste overblijfselen ervan zijn nog aanwezig in een kreek in het noordoostelijk deel

| Archief | pagina 27

bedijken der gorsingen. genaamd den Stinckaert met den aankleven van dien, gelegen omtrent tegenover de nieuwe haven en zich verder strekkende naar en voor Arnemuiden", volgens de rekening, daarvan gedaan op

| Archief | pagina 23

Middelburgschen polder, alsmede de aan wassen van dien gelegen benoorden denzelven polder tot de punt van den nieuwen dijk van dien en raaiende op den toren van de kerke van Arnemuiden en dat den impetranten zullen

| Archief | pagina 78

8) Over Jacob van Miggrode, die achtereenvolgens was conrector aan de Latijnsche school te Middelburg (1595), predikant te Diksmuiden (1596), Scherpenisse (15961599), Gapinge (15991608), Arnemuiden

| Archief | pagina 91

In 1589 voerden Mr. Hubrecht's leerlingen ter gelegenheid van de jaarmarkt te Arnemuiden een Latijnsch spel op 2). De titel is niet genoemd. Wij kunnen dus niet uitmaken, of het een klassiek stuk was

| Archief | pagina 77

benoemd Anthonie Biese (Biesius), die sedert 22 Aug. 1600 Latijnsch school meester in Arnemuiden was geweest5). Nu achtte men het gewenscht de alumni van de stad, die elders ter schole gingen, naar Veere te

| Archief | pagina 90

Maillaert" t). In geval men dit niet zou kunnen toestaan, zou Canisius zich genoodzaakt zien „elders zijn prouffit (te) zou- cken". De regeering van Arnemuiden verstond hieruit, dat hij zijn dienst

| Archief | pagina 48

de Heilige Dienst en was achtereenvolgens predikant te Scherpenisse, Gapinge, Arnemuiden en Middelburg (16251645). Boven dien was hij dichter. Zie over hem N.N.B.W, X, kol. 631.