| de Wete | pagina 9
Bruinisse 1
Bruinisse 1
Lekstraat. In 1933 nam Anton Haeck het bedrijf over. Haeck was afkomstig uit Bruinisse en stond ingeschre ven als timmerman/aannemer. Na de oor-
één sei zoen als accommodatieschip dienst gedaan voor een zeilschool te Bruinisse. Daarna kwam het definitief voor de wal te liggen. In
Mevrouw M.B. de Koning-Castel, Bruinisse
BRUINISSE - J, VAN DER WAL.
beurt schepen nog jaren in de particuliere vaart dienst gedaan. De schepen van Vermeu len waren in ieder geval nog te traceren. De 'Walcheren M' is in 1967 verkocht naar Bruinisse en vaart daar nog steeds
a'Groote weg No. la. Gedeelte van Bruinisse over Zierikzee, Colijnsplaats en Vere naar Middelburg.
, het Stedelijk Museum te Vlissingen, het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland in Goes, het Museum De Schotse Huizen in Veere en de Musea te Zierikzee, Dreischor, Bruinisse, St. Annaland, Hulst, Aardenburg
- A. Geschiere, 'Het leven van den Walcher- schen boer gedurende de laatste twee eeuwen', Bruinisse 1933.
1468 zette zijn tweede vrouw, Anna van Bourgondië, dit werk voort en stichtte daar de stad Bruinisse."
Als je aan oesters denkt, denk je aan Yer- seke, misschien aan Bruinisse of Zierik- zee, maar zeker niet aan Veere. Toch hiel den ook Veerenaren zich met dit produkt van de zee bezig.
, het eerst in het oosten van Zeeland (Tholen, Bruinisse). Meerman ontwikkelde in Arnemuiden een eigen type hoogaars met een hogere boeg, forser in de schou ders, geschikt voor de Noordzee en pas send bij
In het voorjaar van 1862 bracht koning Willem III een bezoek aan Zeeland. Vanuit Zijpe, bij Bruinisse, kwam hij met het
uitgegeven bij J. van der Wal in Bruinisse. Adriaan Geschiere heeft verder zijn sporen op het kerkelijk erf verdiend als voorzitter van de kerkenraad van Grijpsker- ke en als lid van de synode."
20. A. Geschiere, Het leven van den Walchersche boer gedurende de laatste twee eeuwen, Bruinisse, uitg. van der Wal, 1933.
een bloeiende bedrijfstak. In Zuid-Beveland waren wel dertien van dergelijke "stoven". Bijna in elk dorp kon men er wel één vinden. In Bruinisse waren er zelfs twee. Door de opkomst van de chemische