| Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | pagina 71
Clinge op 121/4 uur heeft 1253 zielen.
Clinge op 121/4 uur heeft 1253 zielen.
Clinge 1436 zielengeen kermis.
Clinge 1478 zielen, geen kermis.
Clinge, op den Zondag na den 15 Augustus.
vervolgens door den polder de Clinge welke doorgestoken was, van de eene drijvende ijsschol op de andere, met zulk eene vaardigheid heen gesprongen, dat hij tot digt bij het Belgisch, (toen Spaansch
door den polder de Clinge welke doorgestoken was, van de eene drijvende ijsschol op de andere met zulk eene vaardigheid hoen gesprongen, dat hij tot digt bij het Belgisch, (toen Spaansch) grondgebied was
enige betekenis ontstaan. Het was tenslotte de aanleg van de Sloedam, die een deel van de Arnemuidse vissersvloot in Veere deed belanden. Ook uit Tholen, Clinge en Graauw zijn er wat vissers in Veere ... rendeels afkomstig uit Yerseke, Graauw, Clinge en Philippine.
naar Goes geopend, waarbij ook Rilland een halteplaats kreeg Met het oog op deze spoorwegverbinding werd in 1865 nog een veerdienst ingesteld van Clinge naar Br.th, die het uithield tot 1877.
Seth Gaaikema Elf verdwazingen. Donderdag 10 januari (Clinge)
Wij willen er nog eens heen, na een afspraak met de gids, de heer F. van de Zande uit Clinge, Telefoon 01140 - 33 98.
Er worden 25 wandeltochten in beschre ven tussen 3 en 15 km lengte dikwijls een kleine en een grote vanuit hetzelfde vertrekpunt. Het begint in het westen, bij de Braakman, en eindigt bij Clinge en
„Hengst uit Clinge" (naar W. K. Versteeg).
danks hadden in 1891 nog 80 hengsten en 8 hoogaarzen hun thuishaven in de haven voor de Prosperpolder. Toen in 1897 de Koningin Emmapolder ontstond, moesten de vissers van Clinge en Nieuwnamen met hun ... Een aantal van hen kocht een binnen vaartschip en werd vrachtvaarder. Reeds eerder waren al andere vissers overgescha keld op het rapen en verhandelen van kreu kels. Daardoor is de haven van Clinge
hengsten met het kenteken CLN (Clinge).
De basis voor dit unieke bezoek werd gelegd in het Zwakzinnigeninternaat „De Sterre" in Clinge.
zelfstandige buurplaatsen Clinge, Graauw en Sint Jansteen werden toen aan Hulst toegevoegd. De naam ontleent de plaats en de gelijkna mige gemeente aan de hulststruik (Latijn: Ilex), die veel voorkwam in
Breskens k. 19 Junij. Brouwershaven k. 9 Junij. Bruinisse k. 24 Augustus. Clinge k. 20 Augustus. Domburg k. 25 Junij. Dreischor k. 26 Junij. Eede k. 5 Junij Zwane kermis in de Biezen 25 Junij.
Clinge k. 18 Augustus.
Clinge, k. 17 Augustus.
Europa: dit betreft de door de veel robuustere groeiwijze te herkennen variëteit oxaloides. Deze is veel in Engeland gevonden en volgens de lite ratuur in de jaren '50 ook in Zeeuws- Vlaanderen bij Clinge.
van 4 Grijze grootoren in een kerk bij Koewacht ontdekt. In 1996 werd de laatste waarneming gedaan op de zolder van de R.K. kerk in Clinge.
icarusblauwtjes worden er gezien en ook diverse zandoogjes zijn op de bloemrijke graslanden van de Schotsman te vinden. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen zijn de omgeving van Hulst en de waterwingebieden bij Clinge en Sint
Waterwingebied Clinge
waterleidingbossen tussen Clinge en Sint Jansteen behoren tot de grootste bos- complexen van onze provincie, maar ander zijds is er weer het nabijgelegen kleinschalige landschap van de Clingepolder ten oosten van ... Clinge met afwisselend kleine bosjes, akkers, graslandjes en waterpartijen. De vlinderfauna op deze pleistocene gronden wijkt tamelijk sterk af van die op de zeeklei. Dat heeft waar schijnlijk zowel met de
en oosten van Hulst in eikenbossen. Toplocaties in Zeeuws-Vlaanderen zijn het Liniegebied te Hulst, de Delta-Nutsbossen te Clinge en Sint-Jansteen, en Aardenburg. Toplocatie op Walcheren is wel de
dekzandgebied van Oost-Zeeuws- Vlaanderen een belangrijk kerngebied voor deze soort. Vooral in de waterwingebieden bij Clinge en Sint Jansteen zijn hoge aantallen vlinders gezien op de in de nazomer massaal
tegenstelling tot het hardere duin- en polderwater). Typerende soorten zijn hier Sma ragdlibel, Bruine glazenmaker en Plasrombout. Een echte topper is het gebied de Weelkens en de Kriekeputten bij Clinge. Plet is ... Hier komt een groot aantal soorten voor, waar onder ook heel wat zeldzame. De bosgebieden van Clinge en St. Jansteen zijn waterwingebie den, waar de kanalen periodiek droog staan. Een aantal
Kriekeputten, Clinge
sprake van voortplanting, want er zijn in de loop der jaren op verschillende plaatsen larven verzameld, zoals in de Kriekeputten te Clinge en de Boschkreek te Koewacht.
. Vervolgens werden in 2005 ook Koraaljuffers waargenomen in een tuinvijver bij Hoek, in de plassen aan de Blom- weg te Clinge, beide in Zeeuws-Vlaanderen, en in Den Inkel bij Kruiningen. In juni 2006 werd een
, een bewijs van voortplanting. Daarbij zijn er in de provincie ook een aantal waarnemingen gedaan van heel verse exemplaren. Rondom Clinge en St. Jansteen is al jaren achtereen een grote popula tie
vermoedelijk geen sprake van een stabiele populatie. Uit de gege vens blijkt dat in Zeeland slechts één keer een larve gezien is, het betreft hier een exemplaar aangetroffen in de Kriekeputten te Clinge. Hierbij
Binnen Zeeland komt deze libel alleen op de dekzandgebieden van Oost-Zeeuws-Vlaanderen voor. Vanaf 1982 t/m 1984 was de soort in de Kriekeputten bij Clinge aanwezig. Er zijn daar toen maximaal 10
Het beste gebied om de Smaragdlibel libel waar te nemen was tot en met 2004 de Kriekeput- ten bij Clinge in Zeeuws-Vlaanderen. Het biotoop hier is geschikt voor de Smaragdlibel, een redelijk groot
andere de putten bij de Blomweg te Clinge en ver schillende gebieden rondom Axel. Op 12 mei 2006 werden vier exemplaren gezien in de duinen van Oranjezon, de eerste waarneming boven de Wester
wilgenzandbij. De kleine harsbij Anthidium strigatum, is gebonden aan naaldhout (hars voor de nestbouw) en heeft een kleine populatie in de bossen van Clinge. Op de heide op St. Jansteen vliegt de heidezandbij
koe koekshommel zijn soorten die in Zeeland in meerder heid in bossen aangetroffen zijn. De kleine harsbij, die in de bossen van Clinge een kleine populatie heeft, is gebonden aan naaldhout, in verband
probleem. In de bossen van Braakman noord en Clinge blijkt zelfs een aanzienlijk deel van de aculea- ten in de voetpaden te nestelen. Een tijdelijke bescher ming tegen betreding door het afzetten met lint
Kamperland Clinge Et Kamperland Saeftinghe Westdorpe
geslachten Halictus, Lasioglossum en soms ook van Andrena. Bijzonder is de waarneming uit de Kriekeputten bij Clinge waar naast Hedychrum gerstackeri ook Cerceris rybyens en diverse soorten groefbijen aanwezig
snuitkevers en is overigens op meerdere plaatsen aangetroffen in Zee land. Bij een grote nestaggregatie van Cerceris arenaria in Clinge werden wel 8 nobile's tegelijk waargenomen. Van de overige gastheersoorten ... Zeeland slechts van twee uurhokken bekend en wel in de Clinge polder en in Koudekerke.
Een uitgestorven soort in Nederland, die vroeger vooral in Zuidoost Nederland verspreid aanwezig was. Er is een oude vondst van voor 1980 uit de omgeving van Clinge. Parasiteert op de
Jacobapolder (2x) en Zaamslag (2x), Zuiddorpe en omgeving Clinge en St Jansteen. Deze waarnemingen zijn van de laatste 10 jaar. Wellicht is de soort toch op meer plaatsen aanwezig. Binnen Zeeland heeft deze
, Lewedorp (De Piet), Clinge, Axelse bos,Terneuzen en Middelburg (Ter Eiooge). De nesten van de Middelste wesp worden gemaakt aan boomtakken. Voor determinatie van de soorten van de geslachten Dolichovespula
Ook van deze wesp zijn uit Zeeland maar zes vindplaat sen bekend en deze zijn allen afkomstig uit Zeeuws- Vlaanderen: Hulst, Clinge en Braakman-Zuid, bij Philippine. Fuscipes is vanouds een zeldzame
Vlaamse district bij Clinge.
De als vindplaatsen bekend staande uiterste zuidoost hoek en noordwesthoek van Zeeland te weten Schou wen en Clinge hebben de verwante soorten hyalinata en fennica gemeen. Omdat de soortzekerheid
Noord. Ook in de bossen bij Clinge werd de soort gevangen. Het is een soort die ook regelmatig aan de Nederlandse kust wordt aangetroffen. Een soort om op te letten.
soort daar al wel van vroeger bekend. Een waarneming in een berm bij Clinge is de enige recente Nederlandse vondst buiten het kustge bied.