| Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | pagina 49
Kriekeputten, Clinge
Kriekeputten, Clinge
van 4 Grijze grootoren in een kerk bij Koewacht ontdekt. In 1996 werd de laatste waarneming gedaan op de zolder van de R.K. kerk in Clinge.
Europa: dit betreft de door de veel robuustere groeiwijze te herkennen variëteit oxaloides. Deze is veel in Engeland gevonden en volgens de lite ratuur in de jaren '50 ook in Zeeuws- Vlaanderen bij Clinge.
andere de putten bij de Blomweg te Clinge en ver schillende gebieden rondom Axel. Op 12 mei 2006 werden vier exemplaren gezien in de duinen van Oranjezon, de eerste waarneming boven de Wester
percelen met een behoorlijke hoeveelheid naaldhout sco ren het best. In 2003 is in samenwerking met de Zoogdier vereniging een onderzoek uitgevoerd in een bosvak in het waterwingebied te Clinge. Het ... bevolkt zijn. In de buurt van Cadzand is een introductie bekend. In Zeeuws-Vlaanderen was de soort juist voor de jaren '60 uitermate zeldzaam. Er waren slechts enkele waarnemingen, in de omgeving van Clinge
snuitkevers en is overigens op meerdere plaatsen aangetroffen in Zee land. Bij een grote nestaggregatie van Cerceris arenaria in Clinge werden wel 8 nobile's tegelijk waargenomen. Van de overige gastheersoorten ... Zeeland slechts van twee uurhokken bekend en wel in de Clinge polder en in Koudekerke.
waterleidingbossen tussen Clinge en Sint Jansteen behoren tot de grootste bos- complexen van onze provincie, maar ander zijds is er weer het nabijgelegen kleinschalige landschap van de Clingepolder ten oosten van ... Clinge met afwisselend kleine bosjes, akkers, graslandjes en waterpartijen. De vlinderfauna op deze pleistocene gronden wijkt tamelijk sterk af van die op de zeeklei. Dat heeft waar schijnlijk zowel met de
Vlaamse district bij Clinge.
Een uitgestorven soort in Nederland, die vroeger vooral in Zuidoost Nederland verspreid aanwezig was. Er is een oude vondst van voor 1980 uit de omgeving van Clinge. Parasiteert op de
Jacobapolder (2x) en Zaamslag (2x), Zuiddorpe en omgeving Clinge en St Jansteen. Deze waarnemingen zijn van de laatste 10 jaar. Wellicht is de soort toch op meer plaatsen aanwezig. Binnen Zeeland heeft deze
vermoedelijk geen sprake van een stabiele populatie. Uit de gege vens blijkt dat in Zeeland slechts één keer een larve gezien is, het betreft hier een exemplaar aangetroffen in de Kriekeputten te Clinge. Hierbij
Noord. Ook in de bossen bij Clinge werd de soort gevangen. Het is een soort die ook regelmatig aan de Nederlandse kust wordt aangetroffen. Een soort om op te letten.
Kamperland Clinge Et Kamperland Saeftinghe Westdorpe
Ook van deze wesp zijn uit Zeeland maar zes vindplaat sen bekend en deze zijn allen afkomstig uit Zeeuws- Vlaanderen: Hulst, Clinge en Braakman-Zuid, bij Philippine. Fuscipes is vanouds een zeldzame
tegenstelling tot het hardere duin- en polderwater). Typerende soorten zijn hier Sma ragdlibel, Bruine glazenmaker en Plasrombout. Een echte topper is het gebied de Weelkens en de Kriekeputten bij Clinge. Plet is ... Hier komt een groot aantal soorten voor, waar onder ook heel wat zeldzame. De bosgebieden van Clinge en St. Jansteen zijn waterwingebie den, waar de kanalen periodiek droog staan. Een aantal
, Lewedorp (De Piet), Clinge, Axelse bos,Terneuzen en Middelburg (Ter Eiooge). De nesten van de Middelste wesp worden gemaakt aan boomtakken. Voor determinatie van de soorten van de geslachten Dolichovespula
ders en dijken oostelijk van Clinge. Daarbuiten zijn er diverse zogenaamde losse gevallen, die grotendeels betrekking kunnen hebben op zwervers vanuit de twee kerngebieden. Verder zijn burchten
Binnen Zeeland komt deze libel alleen op de dekzandgebieden van Oost-Zeeuws-Vlaanderen voor. Vanaf 1982 t/m 1984 was de soort in de Kriekeputten bij Clinge aanwezig. Er zijn daar toen maximaal 10
geslachten Halictus, Lasioglossum en soms ook van Andrena. Bijzonder is de waarneming uit de Kriekeputten bij Clinge waar naast Hedychrum gerstackeri ook Cerceris rybyens en diverse soorten groefbijen aanwezig
De als vindplaatsen bekend staande uiterste zuidoost hoek en noordwesthoek van Zeeland te weten Schou wen en Clinge hebben de verwante soorten hyalinata en fennica gemeen. Omdat de soortzekerheid
sprake van voortplanting, want er zijn in de loop der jaren op verschillende plaatsen larven verzameld, zoals in de Kriekeputten te Clinge en de Boschkreek te Koewacht.
. Vervolgens werden in 2005 ook Koraaljuffers waargenomen in een tuinvijver bij Hoek, in de plassen aan de Blom- weg te Clinge, beide in Zeeuws-Vlaanderen, en in Den Inkel bij Kruiningen. In juni 2006 werd een
Het beste gebied om de Smaragdlibel libel waar te nemen was tot en met 2004 de Kriekeput- ten bij Clinge in Zeeuws-Vlaanderen. Het biotoop hier is geschikt voor de Smaragdlibel, een redelijk groot
probleem. In de bossen van Braakman noord en Clinge blijkt zelfs een aanzienlijk deel van de aculea- ten in de voetpaden te nestelen. Een tijdelijke bescher ming tegen betreding door het afzetten met lint
Deze soort Spieswesp is gevonden in alle Zeeuwse duin gebieden en langs de oevers van de Westerschelde. De enige vindplaatsen in het "binnenland" zijn de Kriekeput- ten bij Clinge en Ter Hooge bij
en oosten van Hulst in eikenbossen. Toplocaties in Zeeuws-Vlaanderen zijn het Liniegebied te Hulst, de Delta-Nutsbossen te Clinge en Sint-Jansteen, en Aardenburg. Toplocatie op Walcheren is wel de
, een bewijs van voortplanting. Daarbij zijn er in de provincie ook een aantal waarnemingen gedaan van heel verse exemplaren. Rondom Clinge en St. Jansteen is al jaren achtereen een grote popula tie
ver ging. De twee locaties langs de grenskant (Koewacht en Clinge) passen bij de zuidoostelijke verspreiding op zandgrond. Voor de twee andere vondsten geldt mogelijk hetzelfde als bij de voorgaande
soort daar al wel van vroeger bekend. Een waarneming in een berm bij Clinge is de enige recente Nederlandse vondst buiten het kustge bied.
tarsatus recent aangetroffen in 6 uurhokken, waarvan er 5 in of aan de rand van de duinen liggen. Het zesde uurhok betreft de Clinge-
dekzandgebied van Oost-Zeeuws- Vlaanderen een belangrijk kerngebied voor deze soort. Vooral in de waterwingebieden bij Clinge en Sint Jansteen zijn hoge aantallen vlinders gezien op de in de nazomer massaal
. Tegenwoordig zijn reeën in Zeeuws-Vlaanderen regel matig te zien in het Braakmangebied, het Axelse bos en ook wel in de bossen in de grensstreek bij Clinge.
Het landschap is relatief kleinschalig ingericht en het land bouwkundig gebruik kent een afwisseling tussen akkers en wei landen. De grootschalige waterleidingbossen tussen Clinge en Sint Jansteen ... behoren tot de grootste boscomplexen van onze provincie, maar anderzijds is er weer het nabijgelegen klein schalige landschap van de Clingepolder ten oosten van Clinge met afwisselend kleine bosjes, akkers
weinig waarnemingen uit de duinen. Er is een oudere vondst van voor 1980 van Clinge. Deze sluit
icarusblauwtjes worden er gezien en ook diverse zandoogjes zijn op de bloemrijke graslanden van de Schotsman te vinden. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen zijn de omgeving van Hulst en de waterwingebieden bij Clinge en Sint
Waterwingebied Clinge
hier zijn de mees te waarnemingen verricht in bos- en moerasgebieden. Dagverblijven en vermoedelijke kraamkolonies zijn aan getroffen in Hulst en het waterwingebied Clinge-Sint Jansteen; in 1988 was al
wilgenzandbij. De kleine harsbij Anthidium strigatum, is gebonden aan naaldhout (hars voor de nestbouw) en heeft een kleine populatie in de bossen van Clinge. Op de heide op St. Jansteen vliegt de heidezandbij
koe koekshommel zijn soorten die in Zeeland in meerder heid in bossen aangetroffen zijn. De kleine harsbij, die in de bossen van Clinge een kleine populatie heeft, is gebonden aan naaldhout, in verband