DOMBURG

eenige Penninickens op d'eene zijde hebbende hoofden vaii d oude Roomsche Keysetsop een van dewelke slaat epn burght welke is het -papen van Domburg" ... Het zal niet noodig zijn dit laatste gevoelen waarbij het hoofd van eenen Romeinschen Keizer met het wapen van Domburg vereenigd wordttegen te sprekeneen altaartempel of andere soortgelijke uit

door wijlen den Heer Cornells Johannis Serlé, die deze door aankoop had verkregen van eenen Ar beider of Strandwerkerdoor wien dezelve aan het strand van Domburg waren gevonden in een' steenen Potdie ... In Augustus 1817 zag men de Begraafplaats ten oosten van Domburg, achter de Buitenplaats Duinvliet, weder van zand ontbloot en omtrent in denzelfden toe stand als zich die in 1687 volgens de reeds

V. C. A. Rethaan Mac a ré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche Frankische, BrittannischeNoordsche en andere Munten.

werpen welke ter zelcer plaatse en meestal ter zeiver gelegenheid als de Muntenzijn gevondenen die mede strekken kunnen oin de vroeger bij Domburg be staan hebbende bevolking te leeren kennenen eeni ... Deze Urne werdvolgens opgave van den Heer A. van der MeuleBurgemeester van Domburg, gevonden op de in 1817 ontdekte begraafplaats van 41 Lijkenstaande tusschen de beenen van een derzelve aan het

gende jaren zijn te voorschijn gekomen zoo moet in het handschrift van den Heer Cannegieter, in het hoofdstuk door hem aan de Munten van Domburg ge wijd, gesproken worden van soortgelijke Penningen welke ... December 1741(tot het Archief van Domburg be- hoorende) zeer veel prijs stelde.

Eerst honderd jaren later wordt er in de geschiede nis weder melding van Walcheren gemaakt; doch het blijkt nergensdat het tegenwoordige Domburg zich zoo spoedig hersteld heeft. n

eeuwen, maar meer bijzonder sedert het vinden der Nehalennia-steenen in 1647 door het strand en de duinen van het aloude Domburg zijn opgeleverd.

1780, door den Heelmeester van Domburg, ook ten geschenke waren vereerd vier aan het strand gevondene Penningendie wel zeker nog in des Genootschaps verzameling voorhanden zijn doch niet meer herkend

wijten, (g) Die bevolking had het Christelijk geloof omhelsd, en ik meen, dat men dus aan dezelve vei lig kan toeschrijven de Begraafplaatsen welke door het duin bij Domburg ontbloot werdendaar toch en zoo

derzelver aanwezen op het strand of in de duinen van Domburg waarschijnlijk aan toe vallige oorzaken te wijten isen men daarop geene geschiedkundige gevolgtrekkingen in verband met de vorige Munten kan

- meinsche Medailles, die te Domburg zijn gevonden.

overhellen en alzoo aannemendat ook kort na dien tijd het eer ste Domburg, of welke andere naam deze plaats in die tijden moge gevoerd hebbenis te gronde gegaan.

2°. OVER BIJ DOMBURG GEVONDENE OUDE MUNTEN,

vereering der Wanen terug. Onder deze stonden Niona en zijne ge malin Skade boven aan. Dat de eerste op Walcheren vereerd werd, is, door het standbeeld van Neptunus en de aan hem gewijde ex voto's bij Domburg ... en aarde bedekten. De oude graven bij Domburg, en de nog be staan-

woonplaats met Burgtde anderetusschen de Campi of Noordbeveland en de JValacrenlag in de nabijheid van den Domburg. In den zuidelijken mond der Scheldede Tabuda of Budanvlietvond men eene niet minder ruime

zich langen tijd op dezen bodem en werd door de Franken getrouw bijgestaan tegen Gai. i en us. Van hem en van zijne opvolgers Victorious, A° 267, en ïetiucius A° 268 heeft men nu te Domburg en te

en Domburg (Kluit, 806, 811. Mieris, I. 395) vermeerderde zijne regten en aanspraken verder nog in' dien zelfden tijd (Kluit, 815) en in 1287 (ib. 889), terwijl zijner abdij eindelijk bij wettige

eene woning der vromen na den doodwaarvan Sijne ('t Sine of Zwin den ingang bewaakte en spreekt van deze ook als van d<t Wester llalle. Wat den naam Domburg betreftmen weet dat de Priesters voorheen de

(f) Uit dit tijdperk is de penning in Aug. 1817 op het strand bij Domburg gevonden, hebbende aan de eene zijde een -f« met het randschrift HLYDOWICVS IMP., en aan de andere eene kerk met het

(74). Ten jare 1199 schonk Graaf Dirk VII. aan de Abdij van Rijnsburg 250 gemeten lands, welke hem in eigendom behoorden, en tusschen Domburg en Oostcappel lagen (Kluit, II. 228, 236). De Abdij

bew'alde akkers, op welke Domburg lag, plaats hadden. Zij zijn thans bekend als PoppekerkeBouditiskerkeMeliskerkeMariakerke en Grijpskerke. Voorheen droegen zij ook andere namen gelijk b. v. Melis- of

adversaria van Mr, K. K. Reitz eener soortgelijke Munt die vroe ger iu Middelburg aanwezig en ook welligt van Domburg herkomstig washebbende aan de eene zijde het hoofd met een omgekeerden tak voor zichaan de