Serooskerke en Grijpskerke. Kennelijk hadden de reparaties aan de
laatstgenoemde kerk weinig verbetering opgeleverd. Gecommitteerde raden achten wederopbouw
financieel niet haalbaar (herstel zou met excessive ... kosten gepaard gaan), en besluiten dat het
ministersschap van Serooskerke na Gapinge en dat van Grijpskerke na Bottinge soude getranspor-
teert worden. De kerken van Gapinge en Buttinge behoeven namelijk
Volgens De Meij zouden de Staten allereerst het herstel van de kerken in de grotere dorpen, zoals
Serooskerke en Grijpskerke, hebben bevorderd (81). Hoewel een dergelijke prioriteitstelling voor
de ... hand ligt, is er voldoende grond om te betwijfelen of een dusdanig besluit ook werkelijk
genomen is. We zullen aanstonds zien dat juist de gegeven voorbeelden, Seroos- en Grijpskerke,
twijfel over een
21J. van Grijpskerke. 't Graafschap van Zeeland, uitg. 1882 Zeeuws Genootschap der Weten
schappen p. 389.
van de oude muren werden
herbouwd of hersteld, werd menigmaal de oude toren door een houten dakruiter vervangen. Voor
beelden hiervan zijn onder andere Vrouwenpolder (afbeelding 30). Grijpskerke
Ook in deze periode heeft soms een verkleining van het kerkgebouw plaats, zoals in Kruiningen
(125); van vergroting, zoals in het geval van Oostkapelle en Grijpskerke (126), horen we zelden.
Ook niet
aan hun lot overgelaten of afgebroken (bijvoorbeeld
Poppekerke en (aanvankelijk) West-Souburg); andere ten slotte worden hersteld (bijvoorbeeld
Grijpskerke en Nieuwerkerk). De uiteindelijke beslissing
eerder
genoemde kwestie van Grijpskerke en Serooskerke in elk geval de goede wil die op dit punt
bestond. Zo gezien dienden de Staten vooral om te zien naar de „zwakkere posities".
verbrande ende geruyneerde kerk van Grijpskerke; met die van Domburg; Zoutelande,
Oost-Souburg, KoudekerkeWestkapelle, Meliskerke en Biggekerkemet die van Dreischor, Zon-
nemaire, NoordgouweBurghen met de
126. Van der Aa, VIII, 1846, pp. 553-554. Ook: Van der Horst, VI, 1878, p. 449; en: C.A. van Swigchem, De Ned. Herv.
kerk te Grijpskerke. In: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken, nr. 11 (1983), pp