| Archief | pagina 181
" Mei 1545, voor 750 Vlaamsch, van den heer van Molembaix (Jehan de Lannoy) de heerlijkheid Koudekerke, en leent daartoe op 13 Mei 400 Ylaamseh van Jacob Ewoütsz van Hoogelande. Een ver-
" Mei 1545, voor 750 Vlaamsch, van den heer van Molembaix (Jehan de Lannoy) de heerlijkheid Koudekerke, en leent daartoe op 13 Mei 400 Ylaamseh van Jacob Ewoütsz van Hoogelande. Een ver-
Aangezien echter de heer van Molembaix de heerlijkheid niet splitsen wilde en Middelburg slechts het deel begeerde, dat onmiddellijk aan de stad grensde, komt de heer van De- veren der stad te hulp
Waar dit buitenverblijf heeft gelegen, is niet bekend- De overlevering denkt aan Molembaix 22dat in de tweede helft van de zeventiende eeuw aan de familie van Reigersberch heeft toebehoord, maar er
meestersdochter, Catharina Veth74), en hun oudste zoon Johan (geb. 1630) was op het laatst van de eeuw eigenaar van het eerder genoemde Molembaix. David bleef in Vere wonen en overleed er in Juni
boerenleider, die op de hofstede Molembaix bij Grijpskerke woonde, had zijn verzet tegen invoering van de nieuwe zangwijze destijds met gevangenschap moeten bekopen.100 Zijn compagnon Dekker was even eens uit
buitenhuis-hofstede Molembaix onder Grijpskerke, waar hij proeven deed met groenbemesting. Vis was (sinds 1810) gehuwd met Perone Constance Boddaert.
, onderdeel uit van die buitenplaats (ZA, Aanwinsten kaar ten 1955-1990, inv.nr. 1985/55). Ook Molembaix tussen Grijpskerke en Oostkapelle beschikte, in de negentiende eeuw, over een zandput (ZA, AW 1511