| Archief | pagina 30
3) Boene of Bone is een mansnaam. Hij komt ook voor ouder de hoeren van Souburg en in den naam Bouendijke, een polderblok in Oud-Vlissingen later eene heerlijkheid.
3) Boene of Bone is een mansnaam. Hij komt ook voor ouder de hoeren van Souburg en in den naam Bouendijke, een polderblok in Oud-Vlissingen later eene heerlijkheid.
Vlissingen moet worden gezocht in dat jongste deel der stad, waar uiterlijk niets aan het verleden, laat staan aan een enigszins ver verleden, herinnert. En toch is dit zo. Het Oud-Vlissingen, waar heer Wisse
moeten reeds toen de zoutketen hebben gestaan waarvan de afvalproducten de zeikheuvels hebben gevormd, die men nog aan het einde der Korte Zelke herkent2). Floris V hechtte aan dit Oud-Vlissingen zoveel ... vermelding van Oud-Vlissingen van 1264 vóór dat jaar reeds moet hebben bestaan, was aldus tot zekere wasdom gebracht. Ommuurd was de jonge stad toen echter nog niet, al is het aannemelijk dat zij een
werkloonen. De klerk sloot zijn rekening met een nadeelig saldo. Ook de kleine wateringen van West-Souburg en Oud-Vlissingen waren finan cieel in de war. En de Westwatering zelf stond er niet veel beter bij
hij zijn poging. Beoogde hij in 1545 slechts een vergroting van Vlissingens grondgebied met 120 gemeten (c. 50 ha), thans verzocht hij er niet minder dan 300 (120 ha), ten dele tot Oud-Vlissingen, ten ... gevraagde uitbreiding heeft verkregen, nl. die ten koste van Oud-Vlissingen, dus aan de westzijde, kwam van het voorgenomen havenplan ook nu wederom niets. Wel werd, misschien als pleister op de wonde
ambachtsheerlijkheid Oud-Vlissingen werd in de stad geïncorporeerd over een aantal heerlijkheden, een derde van Walcheren uitmakend, kreeg zij de criminele en civiele rechtspraak. Ten aanzien van de laatste de eerste
4) P. K. Dommisse, De Ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen (Archief Z. Gen., 1910, p. 174 en 168).
herfst van dat jaar is hij twee uur onderweg voor een verlossing in 'Koukerke bij oud-Vlissingen'. Op dezelfde dag gaat hij 's avonds op verzoek van een collega vroedmeester naar 'buy- ensdijk onder west
Cornelis Claeissen de vice-admiraal is in 1582 raad geweest. Hij bad in Oud- Vlissingen 20 gemeten 203 roeden lands in bezit, die de erfge namen in 1617 en 1626 verkochten. Deze laatste vérkoop valt in
grenseigenaar voorkomt. Den 13 Maart 1714 werd het verkocht door Pieter A'erschoor (zijn broeder?) aan Jasper To- biassen, volgens het „Register van eigendommen van Oud Vlissingen" (O. Arch. Vlissingen).
van het archief van de gemeente Vlissingen (1874); C. P. I. Dommisse, De ge schiedenis van de Westpoort te Vlissingen (1903); P. K. Dommisse, De ambachtsheerlijkheid van Oud Vlissingen en de wording van
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
Walchersche overlooper volkomen overeen want men ont moet daarop onder Oud Vlissingen, t Oostmolen of nieuwe leen, zijnde de 8e. blok, groot 9 gem., 100 r., dus een a drie gemeten minder, maar de ontbrekende
in Oud Vlissingen J) 20 gr. ... Westsouburg; en Oud Vlissingen werden in 1518 nog als aparte polders geconsidereerd.
2) Westwateringdeze was, door het wegslaan der duinen onder Boonendijke en omdat Oud Vlissingen met dezelve gecombineerd waswederom dijkhoudende geworden.
Dit Oud-Vlissingen kwam tot groote welvaart, hetgeen den naijver opwekte van de bewoners van de nabijgelegen nieuwe stad, het tegenwoordige Vlissingen, dat omstreeks het jaar 1227 is ontstaan en dat ... alles in het werk stelde om Ond-Vlissingen afbreuk te doen. Dit doel is maar al te goed bereikt, want Oud- Vlissingen kwam langzamerhand in verval; de overblijfselen zijn echter nog langen tijd bewaard
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-
Du Bon, Lamme- renburg, 't Zwemmend Paard en Zwanenburg genoemd. Via de Nollen, de buitenplaats Sottegem en Oud-Vlissingen komt men aan de stadspoort van Vlissingen, waar men uitstijgt om de stad te
OUD VLISSINGEN
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse (met kaarten), 1
blijkt de genie zand te betrekken uit de Vlissingse duintjes.81 Dat betreft mogelijk de duintjes ten westen van de stad, tussen De Nolle en Oud- Vlissingen.
Nu boomde men tusschen de ambachten van Oud-Vlissingen en Westsouburg door, tot bij een kronkeling, op het kaartje van Vlissingen van Van Deventbk te voorschijn tredend ter plaatsewaar de ... Kesteloo Rek. Midd. II, blz. 119. Deze is het schuitvlot van Oud-Vlissingen, in 1590 nog aangewezen op een kaart van dat jaar en in 1611 weder verlegd en vernieuwd Zie Win kelman, Plaatsbeschrijving van
Daar moest men tusschen twee blokken van Oud-Vlissingen door. Zij heetten //het West- en het Oostmolen of Nieuwleen" en doen vermoeden, dat de Wetering hier een restant vormde van een vroeger ... naar het schuitvlot, ouder dan de schuitevaart, die later in Oud-Vlissingen gevonden werd
den grooten watervloed van het jaar 1396, die op verschillende plaatsen voorziening noodig maakte 6), en west van de stad, voor Oud-Vlissingen zelfs 189 gemeten 481/2 roeden uitsloeg.
Deze vroonen waren: 1« partij: een weidje, groot 212 roeden, gelegen aan de zuidzijde van 't dorp Oud-Vlissingen 2e partij 's Heeren hofstede of hooghuis met 580 roeden in het Corn
1. '/De blok aan de westzijde Oud-Vlissingen-dorptusschen den sprinkwatergank aan de oostzijde, den zeedijk west, Stadsmolenwater zuyt en begint van zuiden inne. 9 ge meten 260 roeden" 2).
5. Den blok, daar het dorp van Oud-Vlissingen in staatende ligt allomme binnen den heerenweg sonder Ravesteyns- ambacht, dat legt ten halven inne, beginnende van den noordwesthoek inne. 110 gemeten
Dommisse, P. K. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Ylissingen. Met kaarten.
Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman K ruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
Oud-Vlissingen
uitgebaggerd en in de poelen en putten te hervinden als vroon gewordenniet van de grootte afgetrokken land. Bij deze 376 gemeten 2341/a roeden van Oud-Vlissingen moeten volgens de rekeningen van de jaren 1331
Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman Kruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
de grens tusschen het eerste en tweede polderblok van Oud-Vlissingen aan. ... Die haven moet zijn aanvang bij het visschersdorp Oud- Vlissingen gehad en, voordat het deel van het «Westende s'lands", daarvoor gelegen, door de zee verzwolgen werd, ta melijk ver landwaarts in
3. Het dorp Oud-Vlissingen.
Oud-Vlissingen
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman Kruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
Door dat bedrijf kon het, voor latere kroniekschrijvers, den schijn verkrijgen, dat Vlissingen reeds voor 1308 een stad werd, ofschoon hier niets anders dan een uitbreiding van het dorp Oud-Vlissingen
door de haven van Oud-Vlissingen ten noorden door het dorp en het perceel van Bkele van Koü- dekeiiketen oosten door den heerenweg, dte van oosten kwam, en ten zuiden door den wegeling (nu vervormd in de
De haven van Oud-Vlissingen had kapitale gebreken. Voor eerst lag de monding niet zuidwaarts maar zuid-westwaarts en tegen den vloedhetgeen aanslibbing moest veroorzaken. Dan was zij te langom tegen
Het poldertje lag bewesten de pas door graaf Willem III gegraven haven van Nieuw-Vlissingen. Daar het wegens de toen nog niet door de zee verzwolgen vier honderd vier en veertig gemeten van Oud-Vlissingen ... Deze acht gemeten moet men zoeken binnen //het eerste //blok, aan de westzijde (van) Oud-Vlissingen-dorp, tusschen //den sprinkwaterganck aan de oostzijde, den zeedijk west, Astadsmolenwater zuyt, en
De inwoners van Oud-Vlissingen verzoeken om een aflaat ten behoeve van hen, die de kerk van St. Petrus te Oud-Vlissingen in het bisdom Utrecht en het altaar van St. Eligius in dezelfde kerk bezoeken.
Blokken, In de stad verdwenen, 176. Bonendijke in Oud-Vlissingen 8. Brethem 150, 185.
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw- Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.
Van dien dam van de Weststraat af wandele men over den toen nog bestaanden westelijken havendijk, en men ziet dan in de ingekorte voorhaven van Oud-Vlissingen de visscherspinken liggen en de
westelijken havendijk van Nieuw-Vlissingen tot het eind van den oostelijken havendijk van Oud-Vlissingen liep de zeedijk met bollen oever, en omgaf het land, dat bij het graven van de Koopmanshaven, door graaf ... uitslagen hadden na het jaar 1318 plaats. Vóór 1326 kunnen zij niet zijn geïnundeerd, omdat in dat jaar de er tusschen liggende haven van Oud-Vlissingen als polderkyn bedijkt is. Deze beide uitslagen en dus
De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen door P. K. D 0 m miss e. Met twee uitslaande platen.
bezitters overgegaan, terwijl ook Vere (met Zandenburg, Zandijk, O. L. V. polder en Domburg) 8) en Vlissingen (met de parochie en ambacht van Oud-Vlissingen) 9) elk afzonderlijk zijn verkocht. Volgens de