Tijdschriftenbank Zeeland

HomeSearch

95 resultaten gevonden

| Archief | pagina 302

iu eu rond de kerkenzelfs rond die van Oud-Vlissingen gewag gemaakt wordt, maar noch van begraveuen, noeh van een begraafplaats op het Oudgast'nuis-terreiubesluit ik, dat die graven dagteekenen uit den

| Archief | pagina 297

Deze landhoeve lag aan den ouden weg, die van Oud- Vlissingen over Westsouburg naar Middelburg voerde en de Hooge weg of Boschweg genoemd werd. Yan de West poort kon men ook voorbij het molenwater

| Archief | pagina 232

Toen Nieuw-Vlissingen, ten zuiden van Oud-Vlissingen ontstaan, een stad geworden was en in 1315 zijn privilegie ontvangen had, moest het ook een regeering hebben.

| Archief | pagina 280

Over dit dijkgedeelte rees de kwestiewie tot onderhoud er van verplicht was. De Westhavendijk van Oud-Vlissingen lag eens tusschen de Breewaterstraat en den Westdijk. Daarom lag deze later aangelegde

| Archief | pagina 249

Behalve de kerkde pastoriehet hospitaal en het steen- huis van Oud-Vlissingen, reeds in het tweede hoofdstuk door mij beschreven 1)wordt ook melding gemaakt van een kosterij en een Noordwerf.

| Archief | pagina 350

De officiaal van den aartsdiaken sprak destijds uit oude ge woonte nog van de kerk van of te Vlissingen Reg. 119 maar de graaf reeds den 17dt" Maart 1308 van de kerk van Oud-Vlissingen, te

| Archief | pagina 355

quaestie ook Oud-Vlissingen gold; dat het werk aan de kerk eerst in 1501 of 1511 voltooid was; dat na de incorporatie 1490 een finantiele bijstand van wege den heer, wiens eisch hem ontzegd was, niet kan ver

| Archief | pagina 48

Vlissingen moet worden gezocht in dat jongste deel der stad, waar uiterlijk niets aan het verleden, laat staan aan een enigszins ver verleden, herinnert. En toch is dit zo. Het Oud-Vlissingen, waar heer Wisse

| Archief | pagina 176

Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman Kruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.

| Archief | pagina 361

Vlissingen. Er werd 4 fi betaald voor drie wagensdie met sparren en horden daarheen geweest waren als de sluis aldaar inbreken wilde," 1513. Sint Jansgilde werd uitgezon denom achter oud Vlissingen

| Archief | pagina 440

Vlissingen, veel jonger dan het zoogenaamd Oud-Vlissingen was oudtijds een eilandje, van Walcheren door de Wijtvliet gescheiden en een overzetveer op de overliggende eilandjes. Er is niets van bergen

| Archief | pagina 515

Vlissingen zelf was in oude tijden een eiland, dat men kon omvaren; het zoogenaamde Oud-Vlissingen was daar zeker het oudste, weinig gewichtige deel van. Dit eiland werd van het overige dus door een

| Archief | pagina 99

Walchersche overlooper volkomen overeen want men ont moet daarop onder Oud Vlissingen, t Oostmolen of nieuwe leen, zijnde de 8e. blok, groot 9 gem., 100 r., dus een a drie gemeten minder, maar de ontbrekende

| Archief | pagina 335

Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman Kruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.

| Archief | pagina 53

werkloonen. De klerk sloot zijn rekening met een nadeelig saldo. Ook de kleine wateringen van West-Souburg en Oud-Vlissingen waren finan cieel in de war. En de Westwatering zelf stond er niet veel beter bij

| Archief | pagina 158

uitgebaggerd en in de poelen en putten te hervinden als vroon gewordenniet van de grootte afgetrokken land. Bij deze 376 gemeten 2341/a roeden van Oud-Vlissingen moeten volgens de rekeningen van de jaren 1331

| Archief | pagina 250

(lok wordt er gewag gemaakt van een zekere "N ordwerve' op Oud-Vlissingen Volgens de grafelijke rekcniugon ouder den titel mijns heren tsgrave.ii renten" werd A" 1330 ontvangen van 'Diedk

| Archief | pagina 202

De haven van Oud-Vlissingen had kapitale gebreken. Voor eerst lag de monding niet zuidwaarts maar zuid-westwaarts en tegen den vloedhetgeen aanslibbing moest veroorzaken. Dan was zij te langom tegen

| Archief | pagina 155

5. Den blok, daar het dorp van Oud-Vlissingen in staatende ligt allomme binnen den heerenweg sonder Ravesteyns- ambacht, dat legt ten halven inne, beginnende van den noordwesthoek inne. 110 gemeten

| Archief | pagina 194

Door dat bedrijf kon het, voor latere kroniekschrijvers, den schijn verkrijgen, dat Vlissingen reeds voor 1308 een stad werd, ofschoon hier niets anders dan een uitbreiding van het dorp Oud-Vlissingen

| Archief | pagina 153

Deze vroonen waren: 1« partij: een weidje, groot 212 roeden, gelegen aan de zuidzijde van 't dorp Oud-Vlissingen 2e partij 's Heeren hofstede of hooghuis met 580 roeden in het Corn

| Archief | pagina 392

Kanon „de Landtgrave" blz. 162. Kantoor (St.-Pieters-) zie Comptoir. Kenau Hasselaar (de toren) blz. 15. Kerken van Vlissingen, gespecificeerd: Kerk van Oud Vlissingen blz. 29 111 207.

| Archief | pagina 330

. zoude gelieven te remitteeren de 10 grooteu, die zijn Excell. was heffende op yder gemet, in Oud-Vlissingen gelegen x), ende dat voor zooveel aangaat den 26 gemeten en 105 roeden lands, mits de laatste

| Archief | pagina 132

Du Bon, Lamme- renburg, 't Zwemmend Paard en Zwanenburg genoemd. Via de Nollen, de buitenplaats Sottegem en Oud-Vlissingen komt men aan de stadspoort van Vlissingen, waar men uitstijgt om de stad te

| Archief | pagina 59

ambachtsheerlijkheid Oud-Vlissingen werd in de stad geïncorporeerd over een aantal heerlijkheden, een derde van Walcheren uitmakend, kreeg zij de criminele en civiele rechtspraak. Ten aanzien van de laatste de eerste

| Archief | pagina 230

bezitters overgegaan, terwijl ook Vere (met Zandenburg, Zandijk, O. L. V. polder en Domburg) 8) en Vlissingen (met de parochie en ambacht van Oud-Vlissingen) 9) elk afzonderlijk zijn verkocht. Volgens de

| Archief | pagina 159

Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman Kruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.

| Archief | pagina 157

Levensbericht van dr. J. C. de Man, door mr. W. Polman K ruseman. De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw-Vlissingen, door P. K. Dommisse. Met twee uitslaande platen.

| Archief | pagina 89

van het archief van de gemeente Vlissingen (1874); C. P. I. Dommisse, De ge schiedenis van de Westpoort te Vlissingen (1903); P. K. Dommisse, De ambachtsheerlijkheid van Oud Vlissingen en de wording van

| Archief | pagina 140

blijkt de genie zand te betrekken uit de Vlissingse duintjes.81 Dat betreft mogelijk de duintjes ten westen van de stad, tussen De Nolle en Oud- Vlissingen.