bedijkt, te verkoo-
pen, want zij waren verpligt dezelve, als gevolgen
van het ambacht, aan zich te houden (zie van de
spiegel, in de memorie van ambachtsheeren, Ao. 1795
bl. 20, 21.) Dan daar de Graven van
berigtendie door
eenen schat van kaartenplans en platen opgehel
derd, ons het derde der Vereenigde Gewesten als
in eenen spiegel vertoonenzoo als het op hel
einde der 17de eeuw, op het toppunt van zijnen
) Cll JOIIAN VAN DER
SPIEGEL (1585), zijn geene kerkeraads-handelingen
voorhanden. Evenwel schijnt de lijst van de eer
ste Brouwershavensche predikanten, te vinden bij
XE water', uit die handelingen te
En 't blaauwe vlak, ten spiegel der natuur,
Wordt door een vuil en troebel grijs vervangen,
Als hij den vloed beroert in graraschapsvuur.
Neenniets op 't land kan aan zijn zij'zich stellen,
werpen, maar blin
kende, glasachtige strepen, die het Zonlicht spiegel-
vormig terugkaatsen. Het schijnt, dat echter niet ééne
enkele algemeene uitbarsting, maar eene trapswijze,
van tijd tot tijd plaats
den water
spiegel verheven was en uit het digtste soort van ijs
bestond: hij ging waarschijnlijk nog 160 voelen onder
wateren moest ten minste 2000 millioenen ponden
wegen. In de straat Davis treft men
(9) In zijnen Spiegel van den ouden en nieuwen tiji D. I
bl. 121 van de uitgave bij Djederichs.
I Tart hij van eeuw lot eeuw de golven,
ven 't Zij die den spiegel zijn van 't statig hemclsblaauw
veel Qf, schuimend aangerold als vloeibaar zilver schittren
vert, >t Geweld kan slechts den aard
Ilet Kind de Spiegel en de Beek door
HET RIND, BE SPIEGEL EN DE BEER.
Het brak den spiegel: door die daad
Yerbeeldde 't zich bevrijd van grievend zelfmishagen.
Schoon ook do maan in d'effen stroom
Haar schijnsel werpt als in een spiegel
«Schoon ik het murmlend slroomgewiegel
«Mag hooren, niets verbant mijn' schroom.
«Mijne Ida! aan der bergen top
«Sluit
(82) Zie Spiegel Historiaalcap. 66 bl. 300.
... (83) Velthem, Spiegel Hist. 1.1 en Stoke, dl. VIII, p. 877-925.
toon de tolk is van liet goede ronde harten liet open
gelaat de spiegel der opene zieldan is die rondheid
zoo edel, en bij allen geliefd. Dan mag, gelijk men
zegthet hart op de tong wezen. Want, waar
ook
hun hart niet verlochend. Yader cats in zijne zinne
en minnebeelden in zijnen spiegel van den ouden en
nieuwen tijd, is geen vleijer maar was opregt en go-
trouw, als de natuur, welke 'hij volgde
worden,
vindt hij er niets meer in van wat hij te voren gezien
Leeft. Zoo lang wij dezen spiegel gebruiken zijn wij
aan ons zeiven onbekend. Hij moet echter niet gebro
ken en weggeworpen, alleen zindelijk