5' Kg
Een dag uit de praktijk van Monumentenwacht Zeeland
mris W
ftwflr*"..
MONUMENTENWACHT
- jgiga»
1 111 -
kW
ARCHEOLOGIE GESCHIEDBEOEFENING
MONUMENTENZOI MUSEA STREEKTALEN
Op een mooie zomerse dinsdagochtend gaan we richting
West-Zeeuws-Vlaanderen. De dag tevoren heb ik
telefonisch contact gehad met de beheerder van een ruim
bemeten Rooms-katholieke kerk in deze regio. Natuurlijk
zijn we welkom om de jaarlijkse inspectie uit te voeren.
Op de afgesproken tijd arriveren we ter plaatse en worden
ontvangen door de beheerder. Vol enthousiasme vertelt
hij over de werkzaamheden die worden uitgevoerd. De
plaatselijke schilder is bezig de laatste hand te leggen aan
enkele interieuronderdelen. Inderdaad, het interieur ziet
er weer fraai uit. Samen lopen we naar de viering in het
midden van de kerk. "Hier op dit tafeltje" - waarop twee
bloemstukken een Christusbeeld flankeren - "lag deze
week water." Samen kijken we naar boven. Zo'n vijftien
meter boven ons zien we een fraai gewelf. Zo op het eerste
gezicht is er niets aan te zien. Mijn collega merkt op
dat het punt waar het gelekt heeft wel precies in een
ontmoeting van allerlei goten ligt. Mogelijk is er een lei
weggevallen of is de gootbekleding gescheurd.
We besluiten onze materialen uit de bus te halen en onze
veiligheidsgordels maar alvast aan te doen. De klim naar
boven via de traptoren en via de kerkkap brengt ons naar
de plaats des onheils. Na de goot te hebben schoon
gemaakt blijkt dat in de niet meer al te beste goot een
scheur is ontstaan. Tijdens het uitvoeren van de reparatie
bespreek ik met mijn collega welke hoeveelheid water er
wel niet op de kerkkap moet zijn terechtgekomen voordat
de druppels op het tafeltje beneden vielen.
We bekijken de rest van het gebouw en constateren dat er
nog het nodige moet gebeuren om toekomstige
problemen te voorkomen. De lekkage heeft gelukkig geen
andere desastreuze gevolgen gehad. Het loopt al tegen de
middag en we besluiten eerst maar de inwendige mens te
gaan versterken. Op de terugweg door de kerkkap komt
de warmte ons tegemoet. Door de bezonning van de leien
is de temperatuur in de kerkkap inmiddels opgelopen tot
zo'n 40 graden Celsius. Al zwetend en puffend komen we
bij de inspectiebus aan. Hadden we nu maar een eitje bij
ons, dat hadden we mooi op de leien kunnen bakken.
Na de middagpauze vervolgen we onze inspectie. Enkele
gescheurde leien worden vervangen en een verstopte
afvoerpijp vrijgemaakt. Tegen het einde van de middag
komt de beheerder poolshoogte nemen. Gelukkig is het
kerkbestuur door de vorige inspectierapporten goed
geïnformeerd en heeft het een meerjarenonderhoudsplan
laten opstellen. De financiering, zo laat de beheerder
weten, is bijna rond en het onderhoud zal over een paar
maanden een aanvang nemen.
Na uitleg over wat we hebben gerepareerd, nemen we
afscheid. Die goot zal zeker de eerstvolgende onderhouds
beurt vervangen worden. "De bloemen water geven doe ik
liever zelf", grapt de beheerder. Op de terugweg door de
Westerscheldetunnel diep onder de Schelde denk ik weer
aan water. Een warme dag maakt toch wel dorstig.
Een mens kan nu eenmaal niet zonder! Een kerkinterieur
overigens wel.
Wim Jakobsen, eerste monumentenwachter
Glas-in-loodraam uit 1912, geschonken aan de neo
gotische RK Kerk van Lamswaarde ter gelegenheid van
het 100-jarige bestaan van de parochie (gesticht in
1809). Afgebeeld wordt Sanctus-Eligius ofwel Eloy,
geboren omstreeks 590 te Chaptelat (Fr). Volgens oude
levens-beschrijvingen zou hij eerst hoefsmid en later
goudsmid en muntmeester zijn geweest onder
Clotharius II en Dagobert. In 639 verliet hij het hof,
werd priester en in 641 priester van Noyon. Hij stierf
omstreeks 660.
Nog hoefsmid zijnde zou Eligius een knecht hebben
gehad die gewend was bij lastige paarden een poot af te
snijden. Als hij dan ongehinderd zijn werk gedaan had,
zette hij het paard het been weer aan. Deze knecht was
Christus zelf, die ook aan Eligius deze macht gaf.
Eligius is de patroon van de hoef- en goudsmeden.
Gewoonlijk wordt hij voorgesteld in bisschoppelijk
ornaat, met attributen aan het smidsvak ontleend:
hamer, tang, hoefijzer of aambeeld. Soms is een
afgesneden paardenbeen zijn attribuut. Op de
afbeelding wordt zijn hoedanigheid van edelsmid
aangeduid door een hamer met een klein kroontje erop.
(bron: Prof. dr. J.J.M. Timmers,
Christelijke symboliek en iconografie)
Zeeuws Erfgoed 10