Familienamen in Zeeland
ai yc,u>:
Op 17 oktober was er in Kapelle weer een jaarlijkse dialectdag, georganiseerd door de Zeeuwse Dialect
Vereniging. De hoofdlezing werd gegeven door prof. dr. em. Magda Devos van de Universiteit Gent.
Zij is een van de bekendste naamkundigen in Vlaanderen en Nederland. Ze vertelde over het
ontstaan van familienamen en gebruikte hiervoor heel wat Zeeuwse namen.
Waar komen onze familienamen vandaan?
'V kT'-J.-; --. >t-
fS!
-;.v
fyS
Ontstaan
Familienamen hebben niet altijd bestaan. In de tijd van de
Germanen had men genoeg aan een voornaam om iemand
te benoemen. De eerste Germaanse voornamen waren heel
eenvoudig: eenledige namen zoals Bart, Brecht, Bald en Win
die 'bijl', 'schitterend', 'sterk' en 'vriend' betekenden. Later
ontstonden namen uit twee delen: Wil-helm betekende
'beschermd door zijn wilskracht' en Ger-hard 'hard als
speer'. De naam had dus altijd een betekenis. Daarna
begon men namen te combineren, waardoor ze hun
oorspronkelijke betekenis verloren: Gerhard en Sieglinde
noemden hun kind Gerlinde. Vanaf het jaar 1000 zien we
in ons taalgebied meer en meer Christelijke namen
opduiken zoals Marcus, Elisabeth en Maria.
Naast de oorspronkelijke voornamen, werden ook bijnamen
gebruikt om iemand een naam te geven. Je kon genoemd
worden naar je vader (Adriaansen), naar je woonplaats
(Van Leiden, Van den Akker), naar je beroep (Smid) of
naar een persoonlijk kenmerk (De Bruine, De Reus).
Bijnamen
Het zijn die bijnamen en voornamen die later erfelijke
familienamen zullen worden. Het invoeren van familie
namen gebeurt geleidelijk. In het graafschap Vlaanderen
begon dat al vanaf 1200, Holland en de Zeeuwse eilanden
kennen de familienamen vanaf de vijftiende-zestiende
eeuw, maar in dunbevolkte gebieden in Nederland zou het
nog tot 1811 duren voor iedereen een familienaam had. Dat
werd immers verplicht met het invoeren van de burgerlijke
stand in 1811. In België gebeurde dat iets eerder, rond 1795.
Van belang voor de familienamen in Zeeland is dat die
enkele jaren verschil tussen de invoeringsmomenten ertoe
heeft geleid dat in Zeeland, vooral in Zeeuws-Vlaanderen,
heel wat spellingvarianten van één bepaalde naam werden
gebruikt. In 1804 werd immers de nieuwe spelling van
Siegenbeek ingevoerd, wat dus betekende dat namen die in
België werden vastgelegd nog in de oude spelling werden
geschreven, maar namen die in Nederland werden
opgetekend al de nieuwe spelling hadden. Dat leverde
paren op als Maes-Maas, De Cuyper-De Kuiper,
De Clerg-De Klerk et cetera.
Herkomst
Als we de herkomst van onze namen willen kennen, moeten
we soms heel ver terug in de tijd. De oorsprong van een
aantal namen is heel doorzichtig (vadersnaam, afkomst,
beroep, woonplaats of een kenmerk) maar de meeste
namen vergen wat meer zoekwerk. Sommige namen zijn
ondoorzichtig, bijvoorbeeld als de familienaam verwijst
naar een verdwenen woord zoals De Sutter. Een sutter was
een kleermaker, bijvoorbeeld. Andere namen zijn
verbasterd zoals Gakeer en Fijnhout. Gakeer vindt zijn
oorsprong in het Volkslatijn gascaria, dat braakliggend
terrein betekent en Fijnhout is een verbastering van Finaut,
een verkleinvorm van fijn, en heeft dus niets met fijn hout
te maken.
De vier grote benoemingsmotieven voor familienamen zijn:
1) afstammings- en verwantschapsnamen; 2) beroeps- en
bezigheidsnamen; 3) eigenschapsnamen (lichamelijk,
geestelijk of gedragskenmerk) en 4) herkomstnamen.
Vadersnamen en beroepsnamen
In de eerste groep zien we vadersnamen (Adriaanse,
Willemse), moedersnamen (Alburg, Alburga) en namen die
verwijzen naar andere verwanten (Jumelet, De Neve). Bij de
beroeps- en bezigheidsnamen vinden we heel doorzichtige
namen die naar beroepen of bezigheden verwijzen die ook
nu nog bestaan of bekend zijn: De Kuiper, Meulemeester,
De Bakker. Andere namen verwijzen naar verdwenen
beroepen. De voorouders van Stroosnijder sneden wellicht
stro voor dakbedekkingen, De Gruiter verkocht gruit en
De Koning was het hoofd van een gilde of een kampioen
van een schuttersgilde. Beenhakker was een slager. Soms
lagen ook buitenlandse namen aan de oorsprong.
Mersie bijvoorbeeld is afgeleid van het Franse merc(h)ier
dat 'koopman' betekent. Niet altijd werd de beroepsnaam
gebruikt, een gereedschap of product was soms al
f-r-*---i X.
f
i -..r-
tf/A c
X- 1
T-ifr
'VLA
De familienaam Wattel in Nederland in 2007
(bron: http://www.meertens.knaw.nl/nfb).
Zeeuws Erfgoed 22 december 2015 04