Rob bezocht Groenland in 2009, tijdens de voorbereiding van IJsbarbaar. de eilandbewoners kunnen ze aan het bonken van je hart horen of je bang bent - en dus een prooi. Door de openingen in het atol zwemmen ze zo de oceaan in en uit. Ik had volstrekt niet op die haaien gerekend. Dezelfde avond heb ik de verhaallijn van mijn nog te schrijven boek veranderd. Ik wist toen ook meteen de titel. Ik ben vijf weken op Takapoto gebleven. Iedere dag zwom ik wel even in de lagune, en iedere dag waren die haaien er." "Ik vertel geen sprookjes" Ruggenbergs boeken zijn verschillende keren in de prijzen gevallen. Het Historisch Nieuwsblad noemde ook zijn website uniek in Nederland, vooral omdat er zoveel achtergrondinformatie voor scholieren en anderen op wordt geboden. Dat zijn lezers iets van zijn boeken leren is meegenomen, denkt Rob, maar het gaat allereerst om het verhaal. "Dat moet goed zijn, dat moet de lezer meeslepen. Als de lezer vervolgens ook belangstelling krijgt voor de geschiedenis is dat extra. Ik hoop dat hij of zij - ik schrijf heel bewust voor jongens én meisjes - nieuwsgierig wordt naar de achtergronden, naar de realiteit, maar het hoeft niet. Ik herinner me zelf weinig van de geschiedenislessen op school. De mooie verhalen die de leraar erbij vertelde, dié weet ik nog. Die rol ambieer ik. De verhalenverteller." In die verhalen wordt de hardheid van het bestaan en de wreedheid van mensen bepaald niet achterwege gelaten. Zelf ziet Rob Ruggenberg hier geen probleem, integendeel. "Het is meestal een volwassene die zegt dat een boek wel erg hard is. Ik schrijf voor kinderen vanaf tien. Die kijken daar anders naar, ze zijn meer gewend dan ouderen denken. En dan, het waren harde tijden, daar moet je geen doekjes om winden. Ik vertel geen sprookjes, dat doen anderen al genoeg. Als tienjarige las ik zelf, stiekem, Merijntje Gijzens Jeugd. De schok die het eerste deel (Het verraad) bij mij teweegbracht, dreunt nog steeds na. Die rauwe inwijding van een kind in de harde wereld van de volwassenen, het plotselinge verlies van onschuld, het belang van vriendschap - het zijn nu de grote thema's in mijn eigen jeugdromans." De geur van de rivier De overgang van zeeman naar schrijver verliep via een lange loopbaan als journalist, die begon in 1969. "Na mijn marinetijd van zes jaar ben ik gaan reizen," aldus Rob. "Op eigen houtje, met een rugzak de wereld in. In Israël werkte ik in een kibboets, ik liftte door Afrika, werkte onderweg op vliegvelden als telegrafist. Toen ik terugkeerde in Nederland, met een notitieblok vol verhalen, rolde ik zo de journalistiek in. Een prachtig vak voor mensen die chronisch nieuwsgierig zijn. In die tijd stroomde het geld bij de kranten binnen, en ik mocht vaak doen wat ik wilde. Er waren jaren bij dat ik meer in buitenland rond reisde dan dat ik thuis was. Ik noteerde alles wat ik zag. Die man met de knobbelneus, die slagschaduw op de kasteelmuur, de geluiden in de jungle, hoe die rivier rook 's ochtends vroeg. Indonesië, China, Japan, de pool gebieden, de Amerika's, de indianen, kindsoldaten - je vindt Zeeuws Erfgoed 5 december 2016 04

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 5