Archeologisch nieuws
www.scez.nl/vondstmelden
Deel van een spant (lengte 1,5 meter; doorsnede 25 x 25 centimeter) van een groot schip op de Oosterscheldebodem bij de Zeelandbrug
(foto Nehalennia Archeologisch Duikteam).
Pilot Zeeland sportduikers en archeologie
Met de invoering van de Erfgoedwet in juli 2016 werd de
mogelijkheid voor sportduikers om bij te dragen aan
archeologisch onderzoek sterk beperkt. Het boven water
brengen van objecten van een zee- of waterbodem wordt
ook in de nieuwe wet beschouwd als een opgraving.
In het verleden konden sportduikers 'gravend' onderzoek
uitvoeren onder de opgravingsvergunning van de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en haar
voorgangers. Maar opgravingen zijn nu voorbehouden
aan gecertificeerde professionele onderwaterarcheologen,
hetgeen opgraving door sportduikers onmogelijk maakt.
Aan de andere kant is duidelijk dat veel sportduikers
een waardevolle bijdrage leveren aan de archeologische
monumentenzorg onder water, onder andere door het
vinden, melden en monitoren van vindplaatsen, zoals
scheepswrakken. Het meeste werk bestaat uit
documentatie door middel van foto, film, tekening en
beschrijving. Maar incidenteel is het wenselijk, of zelfs
noodzakelijk, dat enkele voorwerpen van de waterbodem
worden meegenomen. Dat kan dus nu wettelijk niet.
Daarom zijn tot 1 juli 2017 een drietal pilots uitgevoerd om
te onderzoeken wat de bijdrage van sportduikers kan zijn
in de omgang met onderwatervindplaatsen binnen de nu
geldende wet- en regelgeving. Ook in Zeeland is een pilot
uitgevoerd, en wel in het westelijk deel van de
Oosterschelde.
De pilot werd opgezet door de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed, in samenwerking met het ministerie
van OCW, de Provincie Zeeland, de gemeenten Schouwen-
Duiveland en Noord-Beveland en de SCEZ. De belangrijkste
partner hierin was natuurlijk een organisatie van sport-
duikers, het Nehalennia Archeologisch Duikteam (NAD).
Dit duikteam voert al meer dan twintig jaar duikend
archeologisch onderzoek uit in Zeeland en heeft altijd
gewerkt binnen de bestaande wet- en regelgeving in
jaarlijkse afspraken met de Rijksdienst, Provincie Zeeland
en de SCEZ.
In de korte pilotperiode heeft het NAD zeven duiken
uitgevoerd en van alle duiken zijn verslagen gemaakt.
De aandacht was daarbij vooral gericht op delen van een
of meer wrakken bij de Zeelandbrug. Vastgesteld werd dat
de wrakresten over een groter gebied verspreid lagen.
De beschadiging lijkt vooral ontstaan door de visserij,
waarbij een wrak door netten is stukgetrokken. De resten
ervan bestaan uit balken, planken, spanten, stukken van
masten en andere grote houten objecten, verroeste ijzeren
kettingen en andere ijzeren voorwerpen. De afmetingen
van het gevonden hout lijken te wijzen op een groot schip.
Bij de duiken bleek het niet noodzakelijk om objecten te
bergen. Op dit moment vindt de evaluatie van de pilots
plaats en wordt een voorstel voor aanvullende regelgeving
in de lijn van de pilots voorbereid.
Meldpunt voor Bodemvondsten
Stel, u doet een archeologische vondst in uw tuin,
op het strand, in een bouwput of op een aardappelveld.
De Erfgoedwet schrijft voor dat u dit moet melden.
In Zeeland doet u dat bij de SCEZ. De SCEZ registreert
uw ontdekking en slaat de informatie op in het Zeeuws
Archeologisch Archief. De vondst blijft uw eigendom,
tenzij u deze wilt afstaan.
Meer informatie op:
Zeeuws Erfgoed 22 september 2017 03