Schaakzijde van dubbelzijdig speelbord uit 'De Roompot'
(34 x 34,3 cm; bron: Overmeer 2017).
Scheepsbel van de Roompot (foto V. Verlinden, bron: Overmeer 2017).
stick-barometer. De Vlaamse wrakduiker Vic Verlinden,
die met een collega 'De Roompot' ontdekte, haalde zelf 163
objecten naar boven; in 2016 stond hij zijn collectie af aan
het Stadhuismuseum.
Wrak in nood
In 2005-2006 stond het wrak van 'De Roompot' in Zeeland
regelmatig in de belangstelling. Vaak met een somber
toontje: de pers berichtte meermalen over de achter
uitgang ervan. Maar er waren ook exposities te zien over
het onderzoek en het schip, zoals op Neeltje Jans en in
Zierikzee (dus lang vóór de huidige tentoonstelling).
Het wrak van 'De Roompot' gaat intussen snel verder
achteruit; sinds de ontdekking zijn grote delen verdwenen.
Omdat het om een zeer behoudswaardig wrak gaat,
adviseert men om het binnen afzienbare tijd fysiek te
beschermen of zelfs op te graven.
Overeenkomsten
Net als bij de 'Hendrika' is er bij 'De Roompot' sprake van
enkele opvallende coïncidenties. Uit het verzinken van het
schip in de gelijknamige vaargeul destilleerden sommige
auteurs, dat die geul dan wel naar het schip zou zijn
genoemd. Maar de naam Roompot komt al voor op de
bekende Scheldekaart van 1504/1505.
Maritiem-historisch publicist Arthur Scheijde wees enkele
jaren geleden op merkwaardige overeenkomsten tussen
het vergaan van 'De Roompot' en van de bark 'De stad
Zierikzee' op 11 december 1841. Ook 'De stad Zierikzee'
keerde vanuit Myanmar huiswaarts (het was haar eerste
thuisreis!), liep in dezelfde omgeving op een zandbank en
ging vervolgens naar de kelder. Scheijde: 'Het was een
pijnlijk déja vu voor Zierikzee, de stad waar beide schepen
waren gebouwd.'
De talrijke rampen in deze wateren bieden stof te over
voor het trekken van al of niet opvallende vergelijkingen.
'De stad Zierikzee' sloeg van zijn ankers, en dat gold
bijvoorbeeld ook voor de eerder genoemde bark 'Hendrik'.
Al deze rampspoed verwijst paradoxaal genoeg óók naar
een periode van bloei van de Nederlandse - en Zierikzeese -
handelsvaart. Omstreeks het midden van de negentiende
eeuw, tussen 1838 en 1857, bouwden twee Zierikzeese
werven 27 zeeschepen: bijna anderhalf per jaar. Koning
Willem I, afgetreden in 1840, had in 1824 de al genoemde
Nederlandse Handel Maatschappij opgericht, die verplicht
was Nederlandse schepen te gebruiken voor het transport
van Indische producten. Dit veroorzaakte na verloop van
tijd echter overcapaciteit, omdat men op grond van deze
zekerheid schepen bleef bouwen. In 1841 besloot de NHM
dan ook een 'beurtlijst' op te stellen. Alle schepen die in
de vaart of in aanbouw waren kwamen op deze lijst terecht,
nieuwe schepen vielen erbuiten. De kiel van 'De Roompot'
werd op scheepswerf 'De Goede Intentie' in opdracht van
rederij De Crane Zoon dan ook haastig gelegd, één dag
voor de vaststelling van de beurtlijst! Pas drie jaar later
was het schip afgebouwd.
Vondsten en archiefstukken
Wie de expositie 'Aldus is de Roompot vergaan...' op de
zolderverdieping van het Stadhuismuseum in Zierikzee
bezoekt, krijgt in eerste instantie weinig mee van de
hectiek, paniek en verschrikkingen die met het verlaten
van dit schip en vele andere schipbreuken in Roompot en
Oosterschelde in deze periode gepaard moeten zijn gegaan.
De door gastconservator en maritiem archeoloog Alice
Overmeer samengestelde, ruim opgezette tentoonstelling
ademt rust en overzichtelijkheid: een 'behapbaar' aantal
vondsten, grote tekstborden met nuttige informatie, video's
van de diverse duikoperaties, én algemene
informatie over onderwaterarcheologie en de Erfgoedwet.
Want de sporen en vondsten van 'De Roompot' behelzen
maar één van de ongeveer 66.000 bekende vindplaat
sen van merendeels scheepswrakken in de Nederlandse
wateren. De meeste van deze wrakken worden bedreigd, en
ze 'redden' vergt doorgaans meer moeiten en technische
problemen dan het bergen van archeologica op het land.
Een brandbrief van de vijf kustprovincies over deze
problematiek aan de minister ligt nog vers in het geheugen.
Zeeuws Erfgoed 5 september 2017 03