52 J. VEÏRAC OVER DE ROTKOORTS
en eene ontydige roöloop zouden kun
nen veroorzaaken.
Deze zyn, myns agtens de Midde
len, welken in het weeren van den
voortgang der rottinge de eerfte plaats
befiaan. Want zy verbeeteren en be
dwingen niet alleen de bedorve floffe in
de eerde wegen, maar zy doen ook het
fcherp pis-zout, 't welk in dit geval te
overvloedig is, en oorzaak van de rotti
ge verdunning des bloeds, in een fcha-
deloos Ammoniakaal zout verwandelen, -
Zy hegten daarenboven de, te veci
ontwikkelde, uitgezette en in beweeging
gebragte olyagtige, ontbindbaare dee-
len des bloeds, en verminderen deszelfs
al te groote hitte. In het byzonder,
heeft de Azyndoor eene zagte gisting
uit de wynen bereideen aanmerkelyke
uitdryvende eigenfchap, om dat in de
zelve een zagt en beweeglyk ontbrand
baar beginfel huisvest, 't welk, zonder
den omloop des bloeds veel te verfnel-
len, eene ligte zweeting verwekt, door
de vereenigmg zyner zuurdeelen met
het pis-zout de rotting tegenftaaten de
bedorven deelen zagtkens door de huid
dry ft. Deze eigenfchap is den Azyn
niet zo byzonderlyk eigenof men vind