VADERLANDSCHE GEDICHTEN. $0Ï Voorouders, fchoon minder in de Ge- fchiedenis bekendofhebben kunnen hel pen of inderdaad iet toegebragt hebben. Men moet durven in die mannen, zon der onderfcheid, de deugden pryzen, daar men die vinden de fauten ombe- fchroomd iaaken, zo men die zonder de waarheid te kort te doen niet kan voorbygaan. In het eerde mag alles overvloedig (mits waar) zyn in het tweede moet de grootde fpaarzaamheid plaats hebben. In beiden moet alles zyn zonder aanzien van perfoonen, zon der haat en zonder vleijerij (p). Dog waar vind men de landendaar dit alles, ten allen tyde, vry en zonder fchroom heeft moogen gefchieden Hier op de gedeldheeden van alle Vol keren doorteloopen, en die tot bewys aantebrengen, zoude ongepast zyn, in een Vergaderinge aan welke de Gefchie- denisfen beeter als aan my bekend zyn. Het zy egter geoorloofdniet voor U liedenMyn Heerenmaar voor die geene, die minder onderweezenUwe verhandelingen leezen een enkel voorbeeld bytebrengen, en daar toe te Jkie- (p) Sine tra etftudio, TAC, Ann, I,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 371