ZEE-INSECTEN. 365
den, en deszelfs werking, by herha
ling, op myn gemak te befchouwen
weshalven ik nu zal overgaanom eeni-
ge byzonderheden van myne opmerkin
gen te melden,
Deze door my waargenomene Dier
tjes, waren alle Tweefcbulpige Mosfels
in de beide Schulpen is het voornaame ge
deelte des lichaams geplaatstdoch zoo
dat het buiten den fchulp opwaardsee-
nen langen en kloeken fnuit uitbrengten
nederwaards naar onderen, eenen vlee-
zigen of harden voet doet uitpuilen. De
grootlle Schulpjesdie ik heb waarge
nomen, hadden de lengte van i| duim
rynlandfche maatmaar de Kokers of
holten in den Steen, waar in de grootlle
Diertjes huisvestten, waren wel omtrent
4 duimen lang, en liepen tregters-ge-
wys; zoodanig naar boven vernaauwen-
de, dat aan de oppervlakte van den
Steen, de opening pas van 1 duim in
middellyn was, terwyl dezelve' in 't be
neden (le gedeelte by den fchulpwei
byna de wydte had van iai-j duim.
In den eerften opllag, zou 't konnen
fchynen, als of deze Koker, of Buis,
veel te lang voor dit Diertje ware, doch
eene nadere opmerking doet duidelyk
zien,