2EË-INSECTEN, 379
van Heeren van Rang en Opmerkzaam
heid heeft naar zicn getrokken, die my
dezelve wel hebben willen doen toeko
men om myne beoordeeling deswegen
te erlangen. Ket is het volgende Diertje
't geen ik benoemd heb
De Rood-glin flerende Jsfereideof Zee-
duizend-been.
Deze, waar van de afbeelding hier ne
vens gevoegd is Fig. IVA. in de natuurly-
ke grootte, en vergroot B, wordt gevon
den op de Zeeuw fche flroomenen wel
byzonder tusfchen de Eilanden van
Zierikzee en Tholen? niet verre van
Zype.
De Weledele Geflr. Heer en Mr.
Ifaac Winckelmanoud-Burgemeester
der Had Vlisfingen enz Praefident van
het Zeeuwsch Genootfchap der Wee-
tenfchappen in gemelde flad Vlisfingen
die flreek doorvarende zag op den 6
Mey 1775 eene meenigte van dezelve
zwemmen, op de oppervlakte van het
water, en deedt eenige van dezelve op»
visfchen. Zyn Weledele Geflr. heeft my
dezelve doen toekomenen daarby de
volgende byzonderheden opgegeven.
Hun Zwemmen was zeer fchielyk, en
op het hout liggende kropen zy ook
vlug