"WEEN EN NAWEEN," 4Ï7 over zwaare pynen omtrent de heupen, en het fchaamhaairde neiging tot wa teren en afgaan vermeerdert; ja deze ontlastingen gefchieden fomtyds onwil lig; 's kinds hoofd voelt men laager zak ken en eenigermate puntiger worden: de bilnaad word langer enuitgeflrekter, de aars gaapend en het toompje zeer gefpannen, 24, Den arbeid door deze waare barensween zoo verre bevorderd zynde, dat het kind binnen kort ftaat ter wee- reld te komen, worden dezelven hoe langer hoe heviger, en volgen byna zonder eenige tusfchenpozingen zeer kort op elkander; de vrouwen gevoelen, een fchudding en beeving over het gant- fche lighaamen gedurende deze latere en de zoo even gemelde lterke barens ween klagen zydat haare lenden en ge heel onderlyf als uit één gefchroefd wor den. Even voor- en onder deze laatite barensweendie fchoon allerfmertelyksc evenwel in het algemeen door de vrou wen kloekmoedig doorgedaan worden als ziende haare verlosfmg binnen wei nige oogenblikken voor handenin weik voldoenend vooruitzigt zy door de op- beuringe en het gunilig verflag, waar- vi p&EU Dd me:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 491