WEEN EN NAWEEN. meerderen toevloed van vogten naa het lydend deel toeter afdryvinge of ver- ftompinge der pynverwekkende oor zaak waar uit verders ophopingver- flopping, koude, hitte, onfteking en derzei ver gevolgenals mede gevoel loosheid logheid enz. hervoort komen zullen. Dus zal dan door deze ween en naween zeiven de aandoenelykheid prikkelbaarheid en be weeg vaardigheid en de daar uit voortfpruitende famen- trekking der baarmoeder gedurig meer en meer opgewekten dit deel hoe lan ger hoe vatbaarder worden voor de naaste oorzaken der waare ween en na ween 5 3.) 't geen deszelfs fpierveze- len meer en meer werkende en uitdry- vende zal maken, waardoor, weder op nieuw lterker ween ontftaande, dezen noodwendig de prikkelbaarheid der baarmoeder op hunne beurt weder hoe langer hoe meer zullen gaande maken deze omloop zal aanhouden, tot dat het kind geboren, en de nagebooorte zal afgekomen zynen tot dat de bloed klonters en verdere kraamvloed zullen ontlast zyn: zoo dat het de ween en naween niet zyn di@, gelyk men zigge* meenlyk uitdrukt, de vrugt en de na- ge:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 521