rWEEN EN NAWEEN. 465
95- Wanneer 'er zig op het laatst
der zwangerheid fterke ftuiptrekkingeiï
opdoen, zonder dat de vrouw eenige
ween gevoelt, en het kind zig wel voor
doet, moet men, zoo de vrouw bloed-
rykis, één of meermalen aderlateneen
verzagtend en verkoelend klyfteer in-
fpuiten, gepaste inwendige geneesmid
delen ingevenen zoo 'er dan geen ween
volgenen de ftuiptrekkingen aanhou
den, zal men den baarmoeders mond
met éénen of meer vingeren prikkelen
tragten te verwydenen dus ween voort
te brengenhet zyn dus byna dezelfde
oorzakendie de natuurlyke ween ver
wekken, dewelken alhier in het werk
gefteld worden, gelyk als prikkeling,
drukking, verwyding; dan dit laatile
uitwendige hulpmiddel eenigfins gewel
dig en zeer fchierlyk werkende, be
hoort alleen in byzondere gevaarlyke
gevallen, en dan nog met veel omzig-
tigheid aangewend, ja zelf zoo de ftuip
trekkingen uit een ontftekinge in de
baarmoeder voortquamen uitgefteld
ofte wei geheel agterweeg gelaten te
worden, uit vreeze dat het fchadelyke
gevolgen na zig mogte deepen.
96. De ftokregel, dat men de na-
VI DEEL, G g tuut;