JOODEN TE COCHIM. 571
Alle deeze wooningen zijn naauwkeurig aan-
geweezen op de particuliere kaarte van
een gedeelte van de malabaar, of de ftrekking
des Riviers van chettua tot coylang door
joh. wilh: de graaf, 1772. Welke kaart
onder 't opzigt en op last van den Heer
moens is opgemaakren in't jaar 1773 aan de
Kamer van Zeeland is gezonden ,waar van mij
het gezigt is vergund geweest. Deeze kaart
is van zeer groot beftekbeflaande de Lengte
van verjcheide Ellenfchoon de breedte flegrs
34. duim bevat. Op dezelve wordt Cranga-
noor't Paleis van den Cochimfchen koning
en de Puurt der fooden ook gev> nrien en
doet zien hoe de Landen der Indiaanfche
Vorsten zijn gemengd, met de bezittingen der
O. Indifche Maacfchappijwaar uit dikwils veel
moeite ontftaat.
Men vindt in de Notijias p. 7. ook eene
opgave van de wooningen der Malabaarfche
of Zwarte Jooden zoo als die waaren in
1686, zijnde bijna go jaaren geleeden. Wel
ke wel eenigzins verfchilt van de boven
gaande opgavenochtans aan dezelve vrij
nabij komt. Te weeten'er wordt gezegd dat
de Buurten b;j Cochim hadden drie Synagogen
en 120 huisgezinnen. Te Angicaymaltwee
Synagogen, iso huisgezinnen, arm volk. Te
Paru èéne Synagoge 100 huisgezinnen
•welgefteld volk. Te Palur, ééne Synagoge
en 10 huisgezinnen. Te Chenotêéne Syna
goge en 50 huisgezinnen. TeMuttam, êéne
Synagoge en 95 huisgezinnen zoo dat de
geheele fom deezer Synagogen toen was ne
gen, en der huisgezinnen 460,
S- 53«