DER SI I D D E L B U R G S C II S HAVEN. 43
nog zoo veel te minder zandftoffen 'er in voe
ren daar het alleen door de enge flekkeb
of flonsgaten wordt doorgelaten. Daar en,
boven behoeft men de dokken niet ledig, te
laten loopen en de hoeveelheid van Vloed
water welke 'er dagelijksof wanneer de fpui-
jing noodig is in moet komen is dus ge
ring.
Men behoeft om proefondervindelijk van
deze waarheid overtuigd te worden,, fleehtsden
toeftand van het Flisfingfehe Dok na te gaan.
Ingevolge het naauwketarigst onderzoek*t welk
ik deswegens heb kunnen nemen is mij ge
bleken dat de helft van dit Dok in het jaar
1793 omtrend tien voeten is uitgediept ter
diepte van twee voeten onder de bedding, der
fluisderhalven moet de aanflikkïng boven
de bedding, omtrend 8 a 9 voeten geweest zijn.
Van 1793 tot 1804 zal de aanflikking van, het
uitgediepte gedeelte omtrend een halve voêit
zijn geweest dóch dezelve is zoo zeer niet
door het Vloedwater ontftaan dan wel door
de ingeworpe vuilnis en vooral door de
lloffen welke van achter het onuiicgcdjejne
Dok naar voren in- de diepte zijn, gevoerd, dooi
den trek der Cpuijing. Laten wij echter fei
len dat het Fiocdwater deze ophooging van
<5 duimenin den cusfchentüd vso elf jaren
heeft