56 T. SPELEVSLD, OVER Dl OPSLIK.KINC biedende zich dit punt als den korften afftand aan en waarbij de eigendommen en wonin gen der bijzondere perfoonen het minst zou den te lijden hebben. Aan het eind van dit Kanaal zou even als in de twee vorige Ontwerpeneene Spui- en Schut-fiuis q dienen te liggen. XLII. Het Kanaal van Welzinge zou door eenDijk rof overal elders waar men zulks zoude ver kiezen moeten worden afgefneden. Insgelijks zou de Oostelijke Dijk der nieuw gegravene haven tot aan het St. Joosland bij s dienen door te loopen en in dezen Dijk zou men wanneer men dit goedvond een klein Sluisje kunnen leggen. Vervolgens zou men, even als in het eerste Ontwerp is opgegeven de uitdieping van het Arnemuidenfche Kanaal en der haven kunnen bewerkftelligen. XLIII. Dit Ontwerp op dezelfde gronden rustende als de voorgaande Ontwerpen biedtwat de Haven en het Kanaal aangaatook gelijke voordeden aanweshalven ik alle nadere op gaaf deswegens als overtollig befchouw. Ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 148