P4 J* H' LOTZE EN W. H. TIJDEMAK, naams heeft gehad, kan niet wel betwijfeld worden; maar dat hij, na zijnen dood, van rijd tot tijd meer of min vergeten, is gewor den zoo verre zelfs dat men of met verach ting van hem fprak, of wel naauvvelijks noem de blijkt uit philostratus zelve Het is echter zeker, dat zij, die voor hem ingenomen waren hoog zeer hoog van hem gedacht hebben. Van Keizer Alexander severïïs wordt verhaald dat hij a p ol- f.onius met christus, abraham co orpheus onder zijne huisgoden heeft ge plaatst (o). Eunapius fchilderde hem niet blootelijk als een Wijsgeer maar beweerde zelfs dat apollonius een middenperfoon was tusfchen de menfchen en de Godheid Sommigen zijn zelfs van oordeel geweest, dat hij na zijnen dood tot den rang eener God heid verheven, en, zoo van Volken als Ste den godsdienstig vereerd zij geworden (jj), Hoe Pbilostr atus, Lib. I. cap. 2. Conf. Lampridius in Vic. Alex, Sec. cap. 29. Adda- tur Vero Salmas. in INoe. 1. c. (pj In Frocemio libri de Vitio philofophorum et.Sophiftartira funt auccm ejus verba h;ec.: s$< <p!\>>n-o<pos xXax t< -jsiot te ptej-uv.addir. Philostrad opevis tiruluin csfe debinsfe, tTridv^ixv tii&ga>?T6$ 9sa Confer. Fabric, Bibliotb. Gracn edit. Har!. T. V. p. 541. 1Ba ije Lex. V. /lp 0 11 cv i u s waar hii Ti i le mant traclu te weerleggen die zulks, op het gezag van Lae-tantius ontkende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 188