over apolloniüs Van tijana. <$f was gedaald.Dat intusfcheri na pJulOS-» tsatds, AïonoNlus naam meer ver maardheid heeft gekregen ën gunftiger over hem geoordeeld is gewordenis niet onnacuur» lijken zelfs hebben eènige Kerkvaders het hun" he daar toe bijgedragen, door dien zij apol- Ju o Ni us karakter niet alleen ongemoeid lieten maar hem zelfs zeer verhieven offchöon zij zijne wonderen ontkenden. Niet weinig hielp ook daartoe het berucht werk van hie- roc lés, waar door veroorzaakt werd dac cr een gèroep uitging van de wonderen van apollonius(£), gelijk reeds vroeger ver" óorzaakt was door Keizer aureiiaan, die tegen zijnen eed, Tij am willende fparen, zeide eene verfebijning gehad te hebben van apol loniüs (c). Den hoogden roem ver kreeg hij in de zesde eeuw onder de nieuwe re Griekenbij welken de fabelen van da Talismans of Amuleten en derzelver won derkrachten gereeden ingang vonden d Uit deze opgave der verfehillende gevoe- II. Deel. G lens (S) Vid. Most cm. nisf. laud. XVI. et XV1IÏ. p.419. fqq. et p. 428. fqq., maar Hi e r 0 e le s zelf putte alleen \x\tPhi~ los t r. gelijk uit het gefchrift van Eu feb i u s tegen Mi e r. blijkt* (c) Vid. Foptjc. 1. e. conf. omnino Mosbem. I«ud. Disf. XIV. p. 40841e. 00 Mosbem. d. 1. XXI. p. 440. feqq. et disf.de imagin, Apoil. v.. fupra 5 VI. -u J

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 191