OVER APOLLONÏUS VAN TIJANA II?
tus te verzwakken (jr) anderen echter ver
klaren zich tegen dit gevoelen of beftrijden
het opzettelijk (r). Het is zoo, 'er is eene in
het oog loopende overeenkomst tusfchen de
wonderen van Christus en de zoogenaam
de van apollonius C«) i maarhet is .ook
waar, dat men in het werk van philostra-
Tus geene andere fporen vindt, die tot die
gedachten leiden. Intuslchen, de overeenkoröft
is te groot, is al te zeer in het Q.Qg .loopeii-
de, en te fterk doorgezet, om althans p.hi-
lostratus van het oogmerk om dus
doendeChristus te vernederentekunnen
vrijfpreken, dat toenmaals zoo vreemd niet
was, gelijk men ziet in de gefchiedenis van
vespasianus aan wien men de wonderda
dige genezing van Blinden en Lammen heeft toe-
gefchreven niet zonder vrij duidelijke fporen
van toeleg, 0111 dus de wonderen van jezus
te verdonkeren (v). Mogen wij aannemen
H 3 dat
QsJHaet. 1. e. Ti Hein one, fFit%ius, O 1 ear i os
rocker en vele anderebij welken men nog uit de latere kan
voegen Cotta t. a, p. 3 tb. bi. 1360, Scbroeck ChristKirchen-
Gefcbichtea. d. bl. 265 &c.
(f) Ticdemann t. a. p. bl. 3. &c, zijne bewijzen echter gaan
lang niet door. Hij fchijnt ook niet genoeg de zaak onderfcheiden te
hebben met opzicht tot Ap oil on is Pb i lost ratos. In dit
gev oelea ftaan ook Meister s t. a. p. Ha rl g s Bibl. Gr. T. 5. p. 5-43,
Men vindt eene zeer naauwkeurige "vergelijking bij Hu et Lé,
v Over de wonderen van Fe spafia us verhaalt Sue ton i s
ito Vesp. c. 7. voorts zit Scbroeck t, a, p, bl, 2 ufo