xvi. r- ©ver apo 110kiüs van tijana. 143 Ten vijfden vergelijkt men het vreemde beuzelachtigeja dikwijls ongerijmde en onze delijke van 'c geen philostratus nopens Ai'OLLONius geboekt heeft, met het een voudige, natur irlijkemaar waarlijk edele en godlijke van de verhalen der Evangelisten no pens jezos, (fan kan men niet nalaten inte- ftemmen in de opmerking van den laatllen uitgever en al te? veel, verdediger van philos- iRiTtis, da zijn werkwel verre van fcha- de te doen aa n het Christendomten luis- terrijken bewij s ftrekkehoe onmogelijk her voor den fchei'pzinnigften vaile, wonderen te verzinnen, welke verdienen vergeleken te worden met en tegengefteld aan die waarmede chrjstbs en zijne gezanten hun gezag bevestigd hebben ja, hoe de menfchelijke wijsh sid niets vermoge te be- denken, 't welk eenigzins nadere aan de verhevene heiligheid en zuivere zedelijkheid dier leere door hun ons nagelaten apollohius daarentegen, met alie die ver hevenheid welke hij bij philo stratus beeft Confer. 01 ear i i p-efado pag'- 3 a. Adde B r ticker, 7. IL pag. 142. 1450

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 237