l5o J. II. LCTZE EN H. W, TIJDEMAK, den, die hen konden bewegen alles naar hun nen fmaak interigten bovendien, zoo zij dat pok al hadden willen doenwierden ze echter daarin verhinderd door dat groote aantal van hunne vijanden, aan wien het leven en de da den van jezus zoo wel als aan hun zeiven bekend waren. Hun lag 'er uit dien hoofde alles aan gelegende ftrenge waarheid te fchrij, ven, en zich niet bloot te geven aan de regt- matige beftraffing van hunne tegenpartijdie op de gelegenheid vlamde de onoprecht heid en verkeerde handelwijs der Evangelie- Predikers te kunen ontdekkenen den verde ren voortgang van hunne prediking te fluiten. De Evangelisten daar en boven waren te eerlijk dan dat zij, om iemand te behagenal waren zij in de gelegenheid geweest, dat gedaan zou den hebben ten koste der waarheid. Hoe me- nigmalen leden zij niet het aanzoek, om den Joodfchen Raad te behagen en te verzoenen alleen door te zwijgen van jezu s cn zijne leer, maar zoo veel vermogt op hen jde eer der Wereld niet.— God meer dan menfehen te gehoorzamen was het beginfel dat hen be- ftuurde dat hen aan de waarheid verbond hen zonder arg of list deed fchrijven en op elk blad van hun werk zoo kennelijk door- ftraalcdat iederdie waarheids-zin heeftzeg gen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 244