f® «VER BE HOEKSCHE
en ander oud Adelijk gedacht (c). Want ook,
dat de Vorst de Steden met handvesten en
voorregten befchonk, was reeds begonnen door
Koning Willemden Vader van Florisen
fchoon men geenszins het denkbeeld, om den
Edelen een tegenwigt te Hellenbehoeve uit
te fluiten, was het ook op zich zelf het na
tuurlijk gevolg van de veranderende geftcldheid
der bnrgermaatfehappij. De Vorst, de hulp
der Steden noodig hebbende, moest, die koo-
pen door inwilligen van Heeds meerdere voor
regten en meerdere magt; gelijk vroeger de
zelfde oorzaken de overgroote magt der Ede
len
(O Wagen. Vad. Hifi. III. D. bl. 68- 71. Na-
lez. op Wagen. I D. bl. 145 en volg. Zie voorts
Voss. Annal. L. IV. Cerisier, Stijl en ande
deren. De wenk, dien de Heer Kluit, Hifl.
HalhStaatsreg. IV. bi. 405, geeft tot Mieris Char-
terbI. D. bl. 5720111 dieper liggende oorzaken van
Graven dood te vinden, heeft, naar mijn inzien,
nietsdan het geen men reeds duidelijker vindt bij
Wagen. Vad. llift. III. D. bi, 64 71. [De
Heer Bilderdijk berlg't mij: Ik heb, nog in
1806, Kiuit's meening daar over gevraagd: wat
die diepliggende oorzaken zijn mogtendie hij
dat fchrijveude, bedoeld had? Hij verklaarde
mij toen, zich niets bijzonders daaromtrent te
herinnerenen 't kwam toen al pratende verder op
het bekende uit." j)