EN KABELJAAUWSCHE TWISTEN. 33 geil der beide rijken tegen elkaiider, Bleven deze landen gelukkig bewaard, zoo lang ze niet, onder Filips van Bourgondië, onmiddelijke naburen van Frankiijk geworden waren; én ook deze Vorst betoonde zich in zijne vriend- fchap zoo veranderlijkdat er althans geen za- menhaögvan eene dier buitenlandfche met eene onzer binnenlandfche ftrijdende partijen beftaan of blijven kon. Wel is waar, dat bij de opvolging zelve van Mar gar et a tot deze gewesten, Eduard III, Koning van Engeland, van wege hare Zuster, zijne Gemalin PhtHppaook eenige aanfpraak tot opvolging maakte, en zich in het beilier der landen zelve mengde. Maar' dit laatfle deed hij ten behoeve van Margaret awelke hij reeds als Gravin erkend had (q')en hij liet flraks toe, dat Willem zich met eene Prïnies van zijn gedacht in den echt verbond, en be werkte de verzoening tusfchen Moeder en Zoon, zon- wendan Holland er in betrokkenén er blijkt van geen den minsten zamenhang dezerhoezeer kort na volgende burgertwisten, met dien korten krijg. Eenige nadere blijken van Eduard's eerfte aan matigingen en aauftalte om die met geweld door te zetten, heeft de Heer van Wijn onlangs in de Gra felijke rekeningen van dien tijd ontdekten zal daar van zelf aan het Publiek verflag doen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 337