EN KABELJ AAU WSCHE TWISTEN.
3?
19.
Al het bijgebragte dan, verfchaft ons (naar
mij dunkt) zelfs nieuwe gronden, om waar-
fchijnelijk te ftellen, en doet ons gemaklijker
en in 'c geheel verhand begrijpen, dat PFillem's
fpoedig hervatten van 't pas weer afgeftaan ge
bied, en de krijg, die daarvan 't gevolg was,
grootendeels mee te wijten zijn, aan 't aanzoek
en den aandrang van zulken die reeds te voren
van hem al te groote gunstbewijzen hebbende
genoten, nu vreesden door Vrouw Margareet
en haar thans triomferenden aanhang te diep
yernederd, en van 't genotcne weer uitgefchud
te worden. Dit was ook in zich zelve ligt
C 4 ge-
hovendat hij binnen ÜQvaastvolgende jaren niets van
zijne heerlijkheden, goederen of regcen, verkoopen,
verleenen, verfclienkeii zou", enz. enz. Mier. Char-
terb II. bl. 795,6 Dingende tegen Margareet
wier magt 0111 te begunstigen en te heloonen geens
zins op deze wijze gebonden washeeft Willem den
kelijk zich ook niet Hipt aan dat charter kunnen
houdenmaar wel eens de hand moeten ligten. Hier
voor was nu wel in evenUtm gezorgd, bij die verbin
tenis zelveEnde waar yt zakedat wij eenig van de
ze poirtcien voorfz. enz.maar 't herroepenook
uit krachte dier claujulwierd niet zonder doel of
vrucht verzeld en opgefmuktdoor eene zoo breede
en geleerde deductie dier elaufule, en Having uit lie;
algemeens en Staats -regc.