Éti KABEf.JAAUt7SCIlE tWISTÉN. 49
bijzondere fpöttei-nij of gezwets van twee Edel
lieden de aanleiding tot die algemeens partij
naam zou gegeven hebben (gelijk, volgens dom
mige Friefche SfchrijverS, de pardjfchap zélve,
immers het üitbarfleh van de faccieh der S'chie-
ringers en Vètkoo'persdoor een tafelgeichil
ontdaan zou zijn (ap~) i rust op zwakken grond.
Wij mogen ook niet beflisfen, öf de naam van
Kabelj'aatiivjchen eerst door dé eene partij aan
Zich zelve gegeven, en, vroeg of laat, nader
hand de wêdêrflag van Hoekfchcn daarop uit
gevonden zijdan of 't eerst de Hoehfchen
beide namén uitgevonden hebben; voor hunne
weerpartijdie van dèn lierenfterk fchifnért-
den visch, maar die voor éenen kleinen hoek
niet beltand is
Zekerder mag mèn Helleddat dè naam vast
Hoek-
f/'f) Gabbema, Ilifi P~erh. van Leeuward,
Foeke Sjoerds, Frief. Jaarboek. 111,1). b!. 130,
volgg.
(*J Hanteek. van den Heer van W ij n. Dsat
Margareia haren Zoön befchuldigde over het rer-
Jpillen barer domeinen en de Keibeljaiuve eene ver-
flindende visch is, zou men onder de conjecturen mo
gen dellen, of ook daar uit, die partijnaam door de
Hbekfchen aan Willems aanhang gegeven zij." [Ee
ne geheel andere, insgelijks nieuwe conjectuur Vab
den Heer Bil der dijk zal men bij bi. 54 vinden,}
D