7° OVER DE HOEEStCHE wijst (bh)de moeder de naaste en wettigde Voogdesfe was. S3- 5.) a) 't Mag nog betwijfeld worden 5 of Jakoba regt van opvolging haddan of baai- Vader en zij zelve haar de opvolging door ge weld en tegen regt verzekeren wilden. Dit immers volgt uit het heeds meer veld winnend gevoelen van de volftrekte lecnroerigheïd dezer gewesten, en naar gemeen leenregt. b) De wederophand van beide partijen, was, buiten o^pzigc op wettige of onwettige opvolging, 't na- III. D. bi. 41, vergelijkende met gelijkluidende for- inulieren In andere documenten bij Mieris, bl. 39, 40, 42 bis, en 45, bleek dat kind daar geboren- te zijn enkel uit eene ligt begrijpelijke fchrijlFeil, van hiy daar 'c wezen moest la (land). Zoo meende ik onlangs in een charter van Margareiabij Mieris, li. D. bl. 708, 9, hare bekentenis te vinden, dat de landzaten gecught hadden die ppinten'' enz.maar uit gelijkluidende, bl. 710, 712, 714, bleek die c een t te zijn; welke letteren in het oude fchrift zeer ligt en dikwijls yervvisfeld wórden: b. v. aid bl. 710 (laat getoontmaar beide plaatfeii moeten ze ker geëmendeerd worden uit bl. 71a, getoogtë] (bhd) De Weduwen van F lor is I. en II. Voogdesfan fj^er Zonen, Dirk V. en Vï. en hunner Landen. Id's in ga, D. bl, 129. Stijl, Op t\ en Bloei 9 bh 43, 5°. -1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 392