©VER DE H O E K S C H E S- 34? fr 6.) 't Is waar, dat de Kabeljaauwfchen doorgaans den Vorst beliefden; maar dit moet men denkelijk verklarenniet uit dep kwaden ilaaflchen aard dier partij, maar omgekeerd; getriomfeerd hebbende, waren zij in 't beftuur, en moesten doen, wat hunne betrekkingen me- debragten. Een fubaltern regent immers, móet altijd behoedzaam te werk gaan, en zeemanfehap gebruiken. En toegegeven, dat ook hier, ge lijk doorgaans gebeurt, parcijfchap grpotendeels eigenbelang geweest zijen de bovendrijvende der beide van hoogere magt afhankelijke par tijen, zich zelve door opofferingen ten koste van 't gemeen hebbe willen ftaande honden dan gedenke mendat het geenais wij zei den, doorgaans gebeurt, ook plaats had bij de Hoekjehen, wanneer dezer omilnudighcden 't jnedebragten. Ook zij willigden, in de rege ring zijnde, zware beden in, welke door druk kende fchattingen mqesten zaamgebragt worden, pp gaven dagr door ftof aan de ftokerijen hun ner vijanden (bk)Ook zij verhuurden zich aan Filips va.n Baurgondiëom de Gentenaars, ■die hunne privilegiën met de wapenen verdedig den met krijgsgeweld te onder te brengen (bf): en Wagen. PfS H'Jl IV. D. bl. J 6, QQ Wagen. aid. bl. 38.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 394