VOORBERIOT. Niet beantwoord zijnde, blijft deze Vraag als nog opgehangen. Bij het Programma van 1803warenter beantwoording vóór den 1. Januarij 1805 opengesteld, de Vrageii LXIII. Welke zijn de natuurlijke oorzakendat de bodem van de Middelburgse/te haven en het Kanaal IVdzin gesedert eene reeks van jarenzoo aanmerkelijk door opslikkinge is verhoogd geworden Welke zijn de eenvou digste meest vermogendeen minst kostbare middelen, om liet voorschreven ongemak voor te komen enis het mogelijkgemelde haven en kanaal op eene behoorlijke diepte te bren gen en te houden LXIV. Geschiedt de inval der Zeemvsche Stroomen volgens eencn bestendigen regel en in eene be paalde streeklijn? Zoo ja; welke zijn die? Is die loopstreek der gezegde Srroomen ook scha delijk voor onze DijkenStranden of Schorren? Zoo ja; waar en in hoe verre? En welke zijn in dit laatstede nitvoerlijke middelenom dien nadeeligen loopstreek eene andere rigting te gevenen op andere raakpunten af te leiden zoodanig, dat het nadeelige wordt weggeno men, en, zoo mogelijk, het voordeelige wordt in plaats gesteld De eerste vraag is door twee Verhandelin gen beantwoord, en men kan de omstandig- D a ke-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 41