94 OVER HÖEKSCHB om eigene redenen fel genoeg verftoord zijn. Hij was de groocfte raadgever van Maximili aande klagcen waren vele, vooral zoodanige, daar 't fteêvolk, de Kooplieden en handwerkers veel meer belang bij hadden, dan bij het erfregt van de Leenen. Zulk eene volks wraak ftrektê dus voor den Vorst, althans voor alle zijne Staats dienaars, ten fpiegel. b.) Op Langhals bo ven al moesten die van Brugge bijzonder gebe ten zijn, om dat mede op zijn' raad de intrede van Maximiliaan den fchijn gehad had van verraad, êh van de Stad bij vetrasfing te willeiï overweldigen (ct). c) Men vindt ook die verklaring of pla- caat, die zoo gewigtig zijn moest, noch in 's Lands Wetboeken, noch van dezelve bij de voorwaarden dér loslating van Maximiliaan j noch in al 't gene daarop volgde, nader gewag; dl) noch ook fchijnt ze, althans voor Hol land, waarover 't hier gaat, noodig te zijn ge weest; alzoo reeds in 't jaar 1525 door turbe van getuigen als overoud gebruik bewezen wierd welke manier van bewijs ook, el) na zulk placaat niet meer te pas kwam) dat zelfs de oude d. i. aangeërfde Hollandfche leenen altijd Voor kwade leenen gehouden waren geweest; ja zoo' (et) Oude Neiisrl. Ckron. bij Gouthoev. bi. 539 b.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 416