100 V E R. DE ÖOEKSCÏ8
partijen gefcbeurd zijndewerd de oppojitie-
partij aldaar wcêr onderlteund van hier, ora
zoo den overweldiger t'huis de handen vol Werk
te geven.
47-
to.) Even eens dunkt mij, dat zelfs nlet.ec
nigzins fquodammodo z. 38, aan-'t einde)
hier toe te pas kunnen komen de gefehillen in
't koninklijk gedacht, en tusfehen de Rijksgroo
ten van Engelandbekend onder den naam van
de roode en witte roos-. Want 1. kon aldaar 't
gefchil ovcf de troons - opvolging der mannelijke
óf vrouwelijke liniegeenszins afhangen van de
controverfie over de beginfelen van 't Leenregt
laat ftaan dan van 't Hollandsch-, of Rijks-
Ieenregt. a. Men behoeft Hechts een oog te
flaan op de gefchiedboeken cn de ftamtafels tot
deze gebéurtenisfen betrekkelijk, 0111 te zien,
dat Eduat'd IV. van Tor de, en zijn broeder en
opvolger Richard III. hun regt om Hendrik
VI. van Lankaster te onttroonen, wel grond
den op den voorrang, die aan de oudere Vrou
welijke linie boven de jongere mannelijke, bij
liet onttroonen van Koning Richard II. doof
Hendrik IV. van Lankasterhad moeten toe
gekend geweest zijn; maar dat ook Hendrik
VII., die Richard III. van Tork onttroonde,
Hechts