ïo£ OVER BE MÖE&S6H*:
beginne verfcheiden Edelen (dd)maar fchier
alle Steden, met Willem en aan de Kabeljaauw-
fche zijde, bijna geene Steden, maar de
meés-
het Henegómvfche Archief te Slons geene bijzon-
derhedeu gevonden te hebben. Ooit niet dat oog
heb ik, in de 5 weken, welke ik, iii 'c jaar 18053
te Mons doorbragt, hetzeive nagegaan)"
(dd) Verfcheiden, ook magtige Edelen, inzonder
heid de Arkels en Egmondsz. de volgende IVde
Aamn. Dit kan ook, x>ndanks het evengezegde,
zeer wel verklaard worden a) uit de jalouGe der ade-
lijke geflachten tegen elkander, aan welke wij zelfs
den oorfproiig dezer gelieeie partijlchap voornamelijk
toefchrijvcn. b.) fJit de redenen van affectie voor
Willem's perfoonwelke hier in den tekst vermeld
zijn. [c.) Misfchien komt hier vooral in aanmerking
de verpligting veler Edelen aan-, en hunne natuurlijke
verbindtenis met Willem, om hun eigen belang, om
dat, zij tot nadeel der Grafelijke hoogheid en van 's
Lands belang, te veel van hem getrokken hadden, het
geen zij vreezen moesten, door Margaret a en deHoek-
fchen weer kwijt te raken maar denkelijk naderhand
evenwel aan hem of aan Albrecht weer hebben moeten
afÏÏ22n Zo boV.'bl. 37—39* sant. ah. 'ai.j Opmer
kelijk is hier het naif verhaal der oude Holl. vertaling
eu uitbreiding van Be ka, bij Matth. Anal. T. III,
p. 245. - de Hoekfe partye - - klaagde haren
nood aan Mtirgareia* De Cabheljaüs partye dat
ziende, overdroegen met de Sleden vat} Hollanden
bezaten des Hoeks partye kasteel, en wonnen bin-
nén een jaar XVII, en worpeufe alle neder"