IIO OVER DE HOEKSCHE geheele Land een' Vorst te kiezen, die de maat regelen en geest van 't vorig bewind verlaten zou: alle bijzondere burgerlijke twisten, ook zonder gronduit deze faetiezticht afgeleidof daarmede van achter in verband gebragt: Naderhand, beide partijen, als duurzame wet tige verdcelingenerkend bij den Landsheer, die zich zelf nogtans met zijn Hof' ,to't een van Beide rekent, en dus niet na kan laten, de eene boven de andere te begunstigen: Bij dit allesde ruwere denkwijze en manieren in die tijden, gebrekkige denkbeelden van Gods dienst en Zedeleer; onvoikomenepolitie, wetten en regtspleging. Ware 't wonder, dat van 1350 tot 14.90, de factiën Holland konden blij. ven beroeren, en eikander vervolgen, zonder op despotisme of republiek, Frankrijk of Engeland, goed of kwaad leen te denken? S- Si- Om nogtans, ten opzigte, zoo wel van den ooriprong, ais van de doorgaande ftrekking de zer oneenigheid, iets nader te komen, mogen vergeleken met het gezegde, boven 15, 16, aanteek. (af) en §.18 nog d.e volgende aanmerkingen dienen. 3 Annm. III. Wij zien, van het begin tot het einde dezer beroerten, de Edele», erfelijk in hunne <?c*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 432