em kabelja auwsche tuisten. i
weer zuiver te mogen dragen {dn). Zoo
komt men tot Heer Hendrik van Br ederode,
't hoofd der hervormersén der tegen het
Spaansch geweld verbondene Edelen, wien toen
ook deze blaam werd aangewreven (do); en
die ook dra meer voor zich-zelf, dan voor de
zaak der vrijheid feheen te ftrijden (dp). Ter
wijl onder de Staatsregering in 1654b re de-
bode, fchoon aan 'c Huis van Oranje verwant,
de vernedering van het zelve doordrijft, als of
het hem in den weg ftond dqmaar, bij wiens
dood, zijn eigen Zoon door de jalocrfche Hol
landers vernederd wordt (dr). Zoo vindt men
eindelijk, nog in den laatften erkenden afftam-
meling van dat gedacht, nog in 1678, ontzet
tende blijken van Grafelijken hoogmoed en
prtetenfie, door de Staten tegengegaan; en hun-
jie zorg, dat bij zijn overlijden dat oud maar
H a las—
{dn) Men zie de gefchiedenis hier van bij Van
Leeuwen, Batav. Illustr. lil. 72e, S?6.
(do) Wagen. Tegenv. St. v. Holl. I. D. bl. 66
Vadert. Hifl. VI. D. bl. 141, 159.
(dp) z. Wagen. VI. D. bi. 213 en vervolgens.
(dq) Wagen. XII. D. bl. 322, 4:3. (Dit was
reeds de geest, door wiens aandrift wij met afgrijzen
Egalité- Orleans den dood van zijnen bloedverwant
den braven Louis XVI. hebben zien Hemmen.}
(dr) Wagen. aid. bl.414.
1