12
eene vrucht in de bovenbuik - (treek'regie
epigastrica) en gewoonlijk nog hooger ge
plaatst en door derzelver banden aan het
middenrif gehecht Czoo als het bij het ope
nen van den onderbuik van dit Kind geble
ken isgeheel los van hare bandenop het
fchaambeen rustende zoude gevonden wor
den. Welk denkbeeld moet men zich ma
ken van den omloop van. het bloed in deze
vrucht welk een van de wijze waarop het
Kind, tijdens deszelfs verblijf in de baarmoe
der, gevoed werddaar de navel - ader van de
poort-ader was afgefcheurd, en, blijkens de
gefleldheid der navel en der ftreng zelve, de
ze waarfchijnlijk reeds eenigen tijd voor de
verlosfing van de navel was afgefcheiden
zonder dat men de minste bloeding uit de
vrucht befpeurd heeft? Wordt dan eene vrucht
niet alléén door het bloed der moeder, 't welk
de navel - ader aanvoert, gevoed, of mag men
uit dit geval en een ander van een volmaakt
ge-
Hist oir» de V Academie Royale d$s sciences 1752, pag. 113: ver
gelijk ROSEN VAN ROSENSTEIN, over de Ziekten der Kin
deren vert, door Prof. E. SANDIFORX. 1
(1") Men trefc buiten de kier aangehaaldenog vele voor
beelden aan van dit gebrek, zoowel in Kinderen van het mannelijk
als van liet vrouwelijk gedacht: zie eenige verzameld door Dr.
F. G. VOIGTEL, in zijn voortreffelijk Handbucb der Pathologie
fche AnatomieBand. n, pag. <540.