40 J. CANTZLAAR OVER EEN
fchaffen, als men begeerten daar men dus
verrcheidene punten naauvvkcurig bepaalt
moet het verfchil op de tusfehen afgedeelde
onmerkbaar worden.
e) Het is al mede in de Natuurkunde
bewezendat de lucht vochtig zijnde
aanmerkelijk meer door de warmte wordt
uitgezetdan wanneer zij droog is 't is
daarom ook van aanbelang den Controleur
Thermometer niet te (luiten dan bij eene
zeer drooge lucbtsgefteldheidvermits anders
de hier boven bepaalde evenredigheid van
den Cijlinder tot de pijp te groot zou zijn.
Overigens kan het wel niet anders of ook
moet in dezen Thermometer eenigermate- plaats
hebben *t geen bij den Controleur, als Ba
rometer, het geval is, te weten het vervlug-
tigen van eenige deelen der vloeiftof bij aan
merkelijke warmtehet onderfcheid is alleen
dat in den Thermometer deze deelen zich
in den Cijlinder ophelfen en als veerkrach
tige luchtvormige vloeiftofmet de daar
zijnde lucht medewerken doch daar zulks
voor eiken graad van warmte ook altijd het
zelfde uitwerkfel heeft en onder de bepa-
ling der graden door onmiddelijke vaarne-
min*