12 J. CANTZLAAR OVER EET? kin gen zou men misfchien met cenigen fchijn daar tegen kunnen inbrengen 1. de grootte van het Werktuig. 2. de moeijelijkheidof liever langwij- ligheid van het maken der Schaal. Wat het eerde betreftniemand beklaagt zich over de grootte van den Controleur- Baroincteren wanneer het nuttige en ge makkelijke van een werktuig het kleine on gemak van eenc meer dan gewone grootte volkomen opweegt dan is dit geene reden hoegenaamd om het te verwerpen. Gedu rende eenige jaren, dat ik reeds dezen Ther mometer gebruik heb ik daarvan geen het minst ongemak befpeurd. Men gelieve altijd onder het oog te houden dat ik, gelijk reeds gezegd is, dezen Ther mometer niet begeer te hebben befchouwd als beftemd tot Scheikundige Proefnemin gen; maar alleenlijk voor dagelijkfche waar nemingen van de Temperatuur des dampkrings. Aanbelangende de tweede bedenking; het is zoo deze Thermometer kan door zich zelf niet op de Schaal gebragt worden doch dit is mede het geval bij de gewone kwik- Ther-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 468