S22 hijdrops ovarii beftond, zoo aan d'e dikte van de bekleedzelen des bulks, als ook aan die van de vliezen des waterzaks zelve moet toegeichre- vcn worden. Echter is het zeker, dat op net laatst van haar leven die vochtgolving aanmer kelijk psrcep tibel geweest is, gelijk dan ook alle, die bij de opening van het lijk tegen woordig waren, dezelve vóór het verrichten van den buikfteekgewaar zijn geworden. Niet ongepast, vertrouw ik1 en om de zaak eenig nader licht bij te zettenlaat ik dan ook nu hier de befchrijving volgendie de Heer van der h a a r in bovengemelde Verhande ling van het aanllaand uiteinde van zulke Lijde resfen, als een gevolg dezer ziekte, geeft en die in 't bijzonder zeer veel overeenkomst heeft met den ftaat waarin onze Lijderes in den laatsten tijd van haar leven verkeerde. Na al vorens gezegd te hebben dat het hem niet onvvaarfchijnlijk voorkomt, dat bet vergrootte eiërnest met hetbuikvlies vereenigd zijnde daar ter plaatfe kan doorbreken en deszelfs vocht in de holligheid van den buik uitftortenhoe zeer hij deze gevallen als zeldzaam befchouwt, vervolgt hij t „Men kan ligtelijk begrijpen, t> dat de, Lijderesfen het in dezen derden trap der ziektezeer benaauwd hebben. Deadem- haling is zeer kortfchielijk en meest in 1? een?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 499