VOORBERIGT,
op die der Afleiders toegepast dezelve eene
Verbeterde iurigting zouden kunnen geven en
alzoo die gezegde onheilen altijd en in alle ge
vallen worden voorgekomen? Zoo ja welke
zijn die bijzonderheden?
En wat moet men alzoo uit wel bewezene
facta ten aanzien van de overeenkomst der
Electrieke Proeven nopens de Afleiders in het
ldein, met de dadelijke uitwerkselen des Blik
sems, en het nut of het nadeel der Afleiders
in het algemeen besluiten
Deze Vraag werd niet beantwoord en bij
het Programma van 1811 nogmaals verlengd
tot den i. van Grasmaand 1813: wederom
onbeantwoord gebleven, is zij, bij het Pro
gramma van 1814, voor eenen onbepaalden
tijd opengesteld en zij staat nog open.
In 1810 is geen Programma uitgevaardigd.
Bij dat van i8u is de volgende Prijsvraag
voorgesteld
LXXVII. Welk gezag behoort men toe te ken
nen aan de Goddelijke wetten door Moses
aan het Israëlitische Volk gegeven, ter beslis
sing van hetgeen zedelijk goed of kwaad, regt
of onregt is in eene Maatfchappy van Chris
tenen,
F De