4 T. SPELEVELD, OVER DE OPSX.IKKÏWG
Opgewekt door het denkbeelddat bijna ge
heel hun beftaan afhing van eeue voldoende
oplosfing van het voorftelwaagde ik het mij
ne denkbeelden wegens dit onderwerp aan het
Genootfchap mede te deelen in de hoop dat
kundiger perfoonen daar door mogelijk aanlei
ding zouden verkrijgen, tot de volmaking van
het ontwerp der verbetering.Hoe zeer de
plaatfelijke gefteldheid van het gedeelte van
Walcheren't welk in het voorftel bedoeld
wierd mij geheel onbekend was kon ech
ter deeze zwaarigheid mij niet wederhouden»
dewijl het niet moeijclijk vair, zodanige ont
werpen welke op goede en algemeene gronden
fteunen naar den aart der omftandigheden te
wijzigenen dezelve te fchikken naar de uit
zonderingen welke de natuur in dit flag van
zaken zoo dikwijls aanbiedt. Het was hier toe
noodig de eerste oorzaken van het kwaad Ri
vierkundig op te fpeuren, en uit deze oor
zaken een ftelfel van verbetering af te leiden,
't welk zoo weinig als eenigzins doenlijk was,
aan plaatfelijke toevailen was gebonden en
zal ik het zeggen? ik befchouvvde deze oor
zaken en de daar uit voortvloeiende mid
delen van herftel als zoo eenvoudigdat ik
mij niet wederhouden kondie aan 'net Genoot
fchap te ontvouwen.
De